Financiën

Financiële positie

Opbouw begroting

Onderstaande tabel toont het saldo van de begroting 2025 - 2028 en hoe dit resultaat tot stand is gekomen.

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

Begrotingsmutaties

658

-2.862

-2.829

-3.630

Raad 21 maart 2024

-76

-78

-80

-82

Raad 11 juli 2024 Voorjaarsnota

398

-574

-485

-301

Raad 17 oktober Najaarsnota

-38

71

62

84

Raad 17 oktober 2024 Overige besluiten

0

0

0

0

Subtotaal vóór ramingen in de begroting 2025

943

-3.443

-3.332

-3.929

Autonome ontwikkelingen

-113

-113

-113

-113

Bestaand beleid

-2.304

-3.835

-4.485

-3.650

Kadernota - Bijlage 1 - Bijkomende lasten en baten

-4.132

-2.410

-2.921

-1.981

Kadernota - Bijlage 4 - Verzamelde ombuigingsvoorstellen

2.567

6.513

7.959

7.675

Kadernota - Bijlage 5 - Ombuigingen WMO/Jeugd

3.400

3.400

3.410

3.400

Meerjarig investeringsplan mutatie

12

21

12

12

Meerjarig investeringsplan mutatie Kadernota

132

224

380

636

Meerjarig investeringsplan nieuw

-48

-89

-94

-94

Meerjarig investeringsplan Tractie

19

79

53

6

Subtotaal vóór nieuw beleid in de begroting 2025

-466

3.790

4.202

5.891

0

0

0

0

Subtotaal nieuw beleid

0

0

0

0

Totaal

476

346

870

1.961

Begroting

De begroting bestaat niet alleen uit een overzicht van inkomsten en uitgaven, maar kent ook een balans. Het overzicht van bezittingen en schulden op deze balans geeft inzicht in de financiële positie van de gemeente, inclusief een ontwikkeling van de financieringsbehoeften op basis van de huidige plannen. De geprognostiseerde meerjarenbalans is opgenomen in een apart hoofdstuk. Wij verwijzen tevens naar de paragraaf weerstandsvermogen in deze begroting, waarin een overzicht is opgenomen van de financiële kengetallen met een korte toelichting hierop.

Autonome ontwikkelingen

Autonome ontwikkelingen betreffen de mutaties die een gevolg zijn van reeds genomen besluiten. Denk hierbij aan rijksontwikkelingen, areaalontwikkelingen, kapitaallasten of indexaties.

Bestaand beleid

Bestaand beleid betreft de mutaties die naar aard en inhoud betrekking hebben op een bijstelling van het huidig beleid. Uitgangspunt is dat deze budgetten zo reëel mogelijk geraamd worden. Daarnaast is rekening gehouden met de ontwikkeling van de Algemene Uitkering en ontwikkelingen in het Sociaal Domein.

Meerjarig investeringsplan

Onder het meerjarig investeringsplan vallen alle mutaties die betrekking hebben op investeringen. Dit kan betrekking hebben op afgevoerde investeringen, algemene mutaties, mutaties a.g.v. de Kadernota, nieuwe investeringen, vervangingsinvesteringen en investeringen tractie. De opgenomen bedragen betreffen de kapitaallasten van deze investeringen.

Totaal wijzigingen in deze begroting

Per saldo leiden deze aanpassingen in de jaarschijf 2025 tot een bijstelling van het saldo begroting met:

€ -466.461

(- is negatief). Hieronder is een overzicht met de grootste verschillen weergegeven, gevolgd door een toelichting per onderdeel. De tabel en de toelichting daarop zijn exclusief "Nieuw Beleid"

Bedragen * € 1.000

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

Autonome ontwikkelingen

-Bijdrage GRGGD Z-W 2025

-4

-4

-4

-4

-Wettelijke zorgplicht gemeenten voor openbare bibliotheken per 1-1-2027

-109

-109

-109

-109

Autonome ontwikkelingen

-113

-113

-113

-113

Bestaand beleid

-Aanpassen afschrijftermijn voor scholen

0

-42

-134

-134

-Actualisatie budget Bibliotheek Waterland

-55

-60

-78

-70

-Actualisatie Subsidies 2025 Programma Samenleving

-25

-28

-30

-31

-Anti-discriminatievoorzieningen (ADV's)

-5

-5

-5

-7

-Behaalde bezuiniging vrijval kapitaallasten investeringen

0

0

0

-169

-Behaalde bezuinigingen Reorganisatie en verlagen kredieten OW

-162

-325

-373

-460

-Bezuiniging schrappen vacatures kleiner en gelijk dan 0,2 fte

-60

-58

-56

-54

-Bijstellen budgetten BUIG 2025

263

263

263

263

-Bijstellen budgetten Jeugdzorg

-2.865

-2.945

-3.038

-2.945

-Bijstellen budgetten Wmo Maatwerkvoorzieningen

-235

-235

-235

-235

-Bijstellen budgetten Wmo Zorg in Natura

-869

-869

-869

-869

-Bijstellen mutatie voorziening GRP op basis van dekkingsoverzichten

-10

-101

-236

-56

-Bijstelling afschrijvingstermijnen activa

74

63

63

63

-Bijstelling budget inlening bij ziekte

-50

-50

-50

-50

-Bijstelling budget speeltoren

-2

-2

-2

-2

-Bijstelling kosten Onroerendzaakbelasting (OZB)

-12

-12

-12

-12

-Bijstelling opbrengsten afvalstoffenheffing begroting 2025

17

-30

-49

461

-Bijstelling opbrengsten rioolheffingen begroting 2025

0

0

0

0

-Bijstelling ramingen belastingenopbrengsten

55

84

84

305

-Bijstelling salariskosten begroting 2025

-936

-1.114

-1.028

-1.904

-Bijstelling salariskosten en diverse ramingen mbt duurzaamheid

411

13

-16

0

-Bijstelling subsidie 2025 Recreatieschap Twiske Waterland

-1

0

-3

-5

-Cameratoezicht

-1

-1

-1

-1

-Correctie journaal indexering van 4% naar 2%

-22

-44

-65

-52

-Dienstverlening gemeenten aanpak armoede en schulden

-40

-40

-40

-40

-Indexatie Jongerenwerk

-38

-28

-28

-28

-Kleine aanpassingen programma 5

-11

-11

-11

-11

-Meicirculaire 2024

752

269

419

1.502

-Mutatie Joint Venture Glasdraad

796

23

23

23

-Personele kosten Werkplus 2025

100

100

100

100

-Renteontwikkeling op basis van cashflowoverzicht

205

420

543

303

-Septembercirculaire 2024

329

754

203

287

-Uitvoeringskosten Oekraine opvang

44

127

129

132

-Verdeling salariskosten begroting 2025

0

0

0

0

-Verwerking ramingen wegenoverdracht HHNK in begroting

48

48

48

48

-Vitaliteit Musea

0

0

0

0

Bestaand beleid

-2.304

-3.835

-4.485

-3.650

Kadernota - Bijlage 1 - Bijkomende lasten en baten

-Beheer kunstcollectie

-25

-25

-25

-25

-Bezuiniging ICT

40

40

40

40

-Bijdrage Veiligheidsregio Z-W 2025

-277

-277

-277

-277

-Bijstellen kosten storten afvalstoffen

-230

-234

-239

-244

-Formatieplan Openbare Werken

-295

-308

-322

-340

-Gemeentefondsuitkering 2028

0

0

0

1.000

-Groenbeleidsplan

-250

-250

-250

-250

-Herdenkingen

-10

-10

-10

-10

-Herontwikkelen beheer accommodaties

-100

-105

-110

-115

-Innen havengelden en bruggelden

-1

-1

-1

-1

-Kadernota GGD ZW 2025

-77

-281

-360

-450

-Kosten extra inspanning Toerisme (zie ook voorstel toeristisch coördinator)

-50

-50

-50

-50

-Kosten Omgevingsplannen en Omgevingsprogramma's 2025 en verder

-800

-800

-800

-800

-Kosten toeristisch coördinator (zie ook voorstel Kosten extra inspanning toerisme)

-101

-104

-107

-110

-Openbare Verlichting

-250

-250

-250

-250

-Opvoering investering Herinrichting Boelenspark

0

0

0

0

-Opvoering investering Mobiliteitsplan (2025-2029)

0

-7

-7

-7

-Opvoering investering Nieuwbouw brandweerkazerne Deimpt

0

0

0

0

-Opvoering investering Uitbreiding fietsenstallingen

0

-4

-4

-4

-Opvoering investering Uitbreiding krediet reconstructie Julianaweg

0

0

-235

-235

-Opvoering investering Vervanging sportvloer Opperdam

0

-14

-14

-14

-Overige kosten personeel: jubilea etc.

-30

-30

-30

-30

-Structurele uitbreiding 0,78 Fte leerplicht (wettelijke taak)

-65

-65

-65

-65

-Structurele verhoging inkomsten precariobelasting

8

8

8

8

-Verhoging bijdrage omgevingsdienst IJmond

-145

-145

-145

-145

-Verlagen exploitatiebudgetten WOZ bezwaarschriften

132

132

132

132

-Vooruitblik meicirculaire 2024

-1.608

371

200

260

Kadernota - Bijlage 1 - Bijkomende lasten en baten

-4.132

-2.410

-2.921

-1.981

Kadernota-Bijlage 4 - Verzamelde ombuigingsvoorstellen

4

1

Schrappen vacatures 0,2 fte en minder

Lasten

125

125

125

125

1

6

1

Verlaging aantal afdelingshoofden

Lasten

0

0

155

155

2

15

4

Aanpassing tarief busparkeren Parallelweg (in 2 stappen naar € 20)

Baten

0

0

0

0

3

Fracties

4

Tarief busparkeren in twee stappen verhogen naar € 30

Baten

0

0

0

0

3a

Nieuw

4

Busparkeren Marinapark en tarief Parallelweg in 2 stappen naar € 25.

Baten

71

125

125

125

3b

46

6

Opbrengst CAI / Glasvezel

Baten

0

469

334

334

4

43

6

Aanpassing tarief Toeristenbelasting Kampeerterrein vanaf 2025

Baten

5

10

15

20

5

Fracties

6

Verhoging toeristenbelasting kampeerterrein met 20%

Baten

9

20

35

53

5a

44

6

Aanpassing tarief Toeristenbelasting vanaf 2026

Baten

0

65

70

75

6

Fracties

6

Verhoging toeristenbelasting niet kampeerterrein met 20%

Baten

0

145

150

160

6a

10

3

Aanpassing tarieven leges kleine vergunningen Omgevingswet

Baten

300

300

300

300

7

41

5

Zaalhuur handbal

Baten

15

30

30

30

8

30

5

Aanpassing tarieven huur sportaccommodaties

Baten

0

79

79

79

9

48

6

Verlaging indexering vanaf 2025 van 4% naar 2%

Lasten

644

1.260

1.851

1.226

10

20

4

Groenbeleidsplan

Lasten

250

250

250

250

11

1

1

Bijstelling kosten college

Lasten

0

0

103

108

12

37

5

Reorganiseren dienstverlening Wijksteunpunt en CJG

Lasten

0

458

476

476

13

2

1

Formatie team projecten

Lasten

50

50

50

50

14

22

4

Investering Herinrichting Boelenspark

Lasten

0

0

0

90

15

25

4

Openbare verlichting

Lasten

250

250

250

250

16

9

2

Bezuiniging budgetten integrale veiligheid

Lasten

96

97

98

99

17

18

4

Beëindigen project en aframen krediet meekoppelkansen afrit Noordeinde

Lasten

0

0

0

0

18

21

4

Huur hoogwerker

Lasten

25

25

25

25

19

29

5

Aanpassen afschrijftermijn voor scholen

Lasten

0

42

134

134

20

5

1

Seizoenskaarten FC Volendam

Lasten

8

8

8

8

21

12

3

Doorrekening deel extra kosten kermis aan ondernemers

Baten

75

75

75

75

22

27

4

Overstap Milieustraat Purmerend

Lasten

0

0

350

350

23

24

4

Inzameling bedrijfsafval

Lasten

0

0

0

0

23a

17

4

Afstoten Milieustraat Oosthuizen

Lasten

0

0

150

150

23b

28

4

Verduurzaming en optimalisatie wagenpark

Lasten

18

18

18

18

24

36

5

Reorganiseren activiteiten aanbod talentontwikkeling en LEF

Lasten

0

253

268

268

25

26

4

Overdracht wegen en stedelijk water HHNK

Lasten

327

327

327

327

26

16

4

Aanpassing tarief leges parkeervergunningen/parkeerontheffing

Baten

29

77

136

155

27

Nieuw

4

Hoger tarief parkeervergunningen/parkeerontheffing voor 2e auto

Baten

6

12

18

24

27a

19

4

Beëindigen project en aframen krediet P+R Oosthuizen

Lasten

0

0

0

0

28

23

4

Invoeren betaald parkeren

Lasten

0

640

640

640

29

Fracties

6

Invoeren Forensenbelasting

Baten

0

20

20

20

30

40

5

Waterdam (prestatie afspraak)

Lasten

0

100

100

100

31

31

5

Beheer kunstcollectie

Lasten

0

0

0

0

32

45

6

Aanpassing tarief Watertoeristenbelasting (ongedaan maken)

Baten

-20

-25

-35

-35

33

Fracties

6

Verlagen Watertoeristenbelasting niet laten doorgaan

Baten

0

0

0

0

33a

39

5

Verplaatsen activiteiten CJG naar Singel

Lasten

-72

63

68

68

34

42

6

Aanpassing tarief OZB

Baten

350

760

540

720

35

Fracties

6

Verhoging Precarioheffing terrassen

Baten

6

6

6

6

36

47

6

Opvoering investering Val van Urk 7: verbouwing raadszaal

Lasten

0

0

-64

-64

37

7

1

Verplaatsen raadszaal van PX naar Val van Urk 7

Lasten

0

0

0

0

37a

3

1

Opvoering investering Stadskantoor: nieuwbouw stadskantoor

Lasten

0

0

0

0

37b

College

1

Sluiting pand de Deimpt

Lasten

0

0

58

58

37c

14

3

Kosten toeristisch coördinator (zie ook voorstel Kosten extra inspanning toerisme)

Lasten

0

0

107

110

38

38

5

Revitaliseren singelwijk

Lasten

0

70

147

147

39

11

3

Beëindigen project en aframen krediet meekoppelkansen steiger Etersheim

Lasten

0

0

0

0

40

32

5

Bouwspeelplaats

Lasten

0

75

75

75

41

13

3

Kosten extra inspanning Toerisme (zie ook voorstel toeristisch coördinator)

Lasten

0

0

50

50

42

33

5

JOGG regisseur

Lasten

0

43

43

43

43

8

1

Verstrekken subsidies

Lasten

0

0

0

0

44

34

5

Kunst & cultuur (cultuurcoördinator)

Lasten

0

81

83

83

45

35

5

Kunst & cultuur (uitvoeringsbudget)

Lasten

0

110

115

115

46

Kadernota Bijlage 4 - Verzamelde ombuigingsvoorstellen

2.567

6.513

7.958

7.675

Kadernota - Bijlage 5 - Ombuigingen WMO/Jeugd

Inzet reserve Sociaal Domein en Opvang Oekraine

1.600

900

700

100

Stelpost Bijlage 5: Besparing Duurzaamheid

250

40

0

140

Stelpost verlaging raming Wmo Woningaanpassingen

150

200

250

300

Stelpost vrijval kapitaallasten investeringen

500

1.000

1.000

1.200

Stelpost: Extra bijdrage rijk voor Wmo en Jeugdzorg

600

800

1.000

1.200

Stelposten reorganisatie Openbare Werken en Verlagen kredieten OW

300

460

460

460

Kadernota - Bijlage 5 Ombuigingen WMO/Jeugd

3.400

3.400

3.410

3.400

Meerjarig investeringsplan nieuw

-Opvoering investering AV Edam: Led-verlichting

0

-8

-8

-8

-Opvoering investering Brandweerkazerne Oosthuizen: renovatie/verduurzaming

0

-9

-9

-9

-Opvoering investering Dorpswegbrug Warder

-4

-4

-4

-4

-Opvoering investering EVC veld C vervangen hekwerk 2025

0

-1

-1

-1

-Opvoering investering EVC veld C vervangen onderbouw en toplaag natuurgras 2025

0

-3

-3

-3

-Opvoering investering EVC veld D vervangen hekwerk 2025

0

-1

-1

-1

-Opvoering investering EVC veld D vervangen onderbouw en toplaag natuurgras 2025

0

-3

-3

-3

-Opvoering investering Gymlokaal Schoolstraat: warmteopwekking

0

0

-2

-2

-Opvoering investering Ijsbaan vervangen put en pomp 2025

0

-2

-2

-2

-Opvoering investering Kwadijkerbrug

-41

-41

-41

-41

-Opvoering investering RKAV veld 3 vervangen hekwerk en bestrating 2025

0

-1

-1

-1

-Opvoering investering RKAV veld 3 vervangen onderbouw natuurgras en toplaag 2025

0

-3

-3

-3

-Opvoering investering RKAV veld 4 vervangen hekwerk en bestrating 2025

0

-1

-1

-1

-Opvoering investering RKAV veld 4 vervangen onderbouw natuurgras en toplaag 2025

0

-3

-3

-3

-Opvoering investering RKHV hekwerk handbalveld 2025

0

-1

-1

-1

-Opvoering investering Toegangssysteem voor nood-en hulpdiensten verkeerssysteem haven Volendam

0

-6

-6

-6

-Opvoering investering Uitstroombrug West en uitstroombrug Oost

-3

-3

-3

-3

-Opvoering investering VV Oosthuizen veld 2 Hekwerk en bestrating 2026

0

0

-1

-1

-Opvoering investering VV Oosthuizen veld 3 Hekwerk en bestrating 2026

0

0

-1

-1

-Opvoering investering VV Oosthuizen veld 4 Hekwerk en bestrating 2026

0

0

-1

-1

Meerjarig investeringsplan nieuw

-48

-89

-94

-94

Meerjarig investeringsplan mutatie

12

21

12

12

Actualisatie investering VV Oosthuizen veld 3 vervangen totale veld natuurgras

0

3

0

0

Actualisatie investering VV Oosthuizen Veld 4 vervangen totale veld natuurgras

0

3

0

0

Actualisatie krediet Krediet VV Oosthuizen Veld 2 vervangen totale veld natuurgras

0

3

0

0

Actualisatie krediet PP-4.3 4 verkeerslicht

11

0

0

0

Actualisatie krediet Versnellingsopg. Haltetoegankelijkheid

0

12

12

12

Actualisatie krediet Zichtbaarheid voetgangersoverst.plaatsen

2

0

0

0

Meerjarig investeringsplan mutatie Kadernota

132

224

380

636

Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2025 zware constructie

0

55

55

55

Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2026 hout

0

0

20

20

Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2027 zware constructies

0

0

0

131

Actualisatie investering Bruggen jaarschijf 2025

0

-14

-14

-14

Actualisatie investering Havens jaarschijf 2024 (AFVOEREN)

2

2

2

2

Actualisatie investering Havens jaarschijf 2025

0

21

21

21

Actualisatie investering Havens jaarschijf 2027

0

0

0

76

Actualisatie investering Riolering en rioolduikers Julianaweg 2024 (AFVOEREN)

8

8

8

8

Actualisatie investering Toekomstige investeringskosten huisvesting onderwijs

0

0

93

93

Actualisatie investering Vrij-verval riolering 2025 eerste afschr in 2026

0

24

24

24

Actualisatie investering Vrij-verval riolering 2026

0

0

30

30

Actualisatie investering Vrij-verval riolering 2027 eerste afschr in 2028

0

0

0

32

Actualisatie investering Wegenbeleidsplan jaarschijf 2024 (AFVOEREN)

52

52

52

52

Actualisatie investering Wegenbeleidsplan jaarschijf 2025

0

44

44

44

Actualisatie investering Wegenbeleidsplan jaarschijf 2026

0

0

44

44

Actualisatie investering Wegenbeleidsplan jaarschijf 2027

0

0

0

44

Actualisatie krediet Beleidsplan Afvalbeheer (uitvoering vm Zeevang)

50

30

30

30

Actualisatie krediet Krediet Havens jaarschijf 2024

0

0

0

0

Actualisatie krediet Krediet Riolering en rioolduikers Julianaweg 2024

0

0

0

0

Actualisatie krediet Krediet Wegenbeleidsplan jaarschijf 2024

0

0

0

0

Koppelen activum Activum Meekoppelkans Afrit Noordeinde

14

14

14

14

Koppelen activum Activum VKP&R terrein Oosthuizen

5

5

5

5

Opvoering investering Beschoeiingen jaarschijf 2025 hout

0

-6

-6

-6

Opvoering investering Beschoeiingen jaarschijf 2025 klei

0

-13

-13

-13

Opvoering investering Beschoeiingen jaarschijf 2026 zware constructie

0

0

-9

-9

Opvoering investering Beschoeiingen jaarschijf 2027 hout

0

0

0

-27

Opvoering investering Havens jaarschijf 2026

0

0

-21

-21

Meerjarig investeringsplan Tractie

19

75

50

2

Actualisatie investering DAF Haakarm containerwagen 32-BJV-4 (Verv.#555) (AFVOEREN)

0

0

8

8

Actualisatie investering Mitsubitshi Fuso Canter 83-BBP-9 (AFVOEREN)

11

11

11

11

Actualisatie investering Overname Electrotruck Melex Cargo van Baanstede (Verv.#175) (AFVOEREN)

0

3

3

3

Actualisatie investering Vervanging Iveco rioolreparatiewagen (AFVOEREN)

0

8

8

8

Actualisatie investering Vervanging Kubota mini trekker (Zeevang) (AFVOEREN)

0

1

1

1

Actualisatie investering Vervanging M.A.N. riool combiwagen (AFVOEREN)

0

0

21

21

Actualisatie investering Vervanging Mitsubishi Canter 38-BKN-8 (AFVOEREN)

0

0

11

11

Actualisatie investering Vervanging veegmachine RAVO (Verv.#506 en #507) (AFVOEREN)

0

0

19

19

Actualisatie krediet verv. Opel Movan, V982BV

6

0

0

0

Actualisatie krediet VW Caddy GP3 Bestelw.Landmeter

-2

-2

-2

-2

Koppelen activum Activum Aktiewagens (verv.2018)

0

4

4

4

Koppelen activum Activum Ford bestelbus

0

4

4

4

Koppelen activum Activum Ford Transit 350 VP-484-V

0

6

6

6

Koppelen activum Activum Ford Transit 350 VP-485-V

0

6

6

6

Koppelen activum Activum Krediet Electrisch voertuig Goupil 54 Werken+

0

0

4

4

Koppelen activum Activum Krediet Electrisch voertuig Goupil 57 Werken+

0

0

4

4

Koppelen activum Activum Krediet Maaidek (Zeevang)

0

0

1

1

Koppelen activum Activum Krediet Mitsubishi Fuso Canter 11-BKP-6 (Verv.#603)

0

0

11

11

Koppelen activum Activum Krediet Mitsubishi Fuso Canter 14-BKP-8 (Verv.#604)

0

0

11

11

Koppelen activum Activum Krediet Takkenversnipperaar (Zeevang)

0

0

4

4

Koppelen activum Activum Krediet Vervanging Renault Kangoo Monteur (elec)

5

5

5

5

Koppelen activum Activum Krediet Vervanging Renault ZOE Milieu (verv. #726)

0

0

5

5

Koppelen activum Activum Krediet Vervanging Schuitema mini zoutstrooier

0

0

0

0

Koppelen activum Activum Opel Movano V-985-BV

0

6

6

6

Koppelen activum Activum Tractor New Holland T4.75

0

0

0

0

Koppelen activum Activum verv. Agria 3400K,nr.340083100121, 2010

0

0

0

1

Koppelen activum Activum Verv. Ford Transit Ambiente, wijkbeheer

0

0

0

4

Koppelen activum Activum verv. Opel Movan, V982BV

0

6

6

6

Koppelen activum Activum verv. Opel Movano, V983BV

0

6

6

6

Koppelen activum Activum verv. Opel Movano, V984BV

0

6

6

6

Koppelen activum Activum Verv. Peugeot Boxer VS-415-K (Baanstede)

0

4

4

4

Koppelen activum Activum Verv. Peugeot Boxer VS-418-K (Baanstede)

0

4

4

4

Koppelen activum Activum verv. Takkenversnipperaar 2010

0

0

0

4

Koppelen activum Activum Verv.Peugeot Boxer VS-412-K (Baanstede)

0

4

4

4

Koppelen activum Activum Verv.Peugeot Boxer VS-759-B (Baanstede)

0

4

4

4

Koppelen activum Activum Vv tractor Kubota 17

0

0

5

5

Koppelen activum Activum Zitmaaier Husquvarna Baanstede

0

2

2

2

Opvoering investering Elektrische voertuigen Openbaar groen jaarschijf 2027

0

0

0

-20

Opvoering investering Fietsen OOV jaarschijf 2026

0

0

-5

-5

Opvoering investering Fietsen Overhead jaarschijf 2028

0

0

0

-4

Opvoering investering Havenboot  jaarschijf 2026

0

0

-3

-3

Opvoering investering Lichte voertuigen Milieu jaarschijf 2026

0

0

-5

-5

Opvoering investering Lichte voertuigen OOV jaarschijf 2026

0

0

-21

-21

Opvoering investering Lichte voertuigen Openbaar groen jaarschijf 2025

0

-5

-5

-5

Opvoering investering Lichte voertuigen Openbaar Groen jaarschijf 2026

0

0

-49

-49

Opvoering investering Lichte voertuigen Verkeer en Vervoer jaarschijf 2025

0

-5

-5

-5

Opvoering investering Maaiers Openbaar groen jaarschijf 2026 (10 jaar)

0

0

-5

-5

Opvoering investering Maaiers Openbaar groen jaarschijf 2026 (15 jaar)

0

0

-2

-2

Opvoering investering Scooters Verkeer en vervoer jaarschijf 2026

0

0

-2

-2

Opvoering investering Takkenversnipperaars Openbaar Groen jaarschijf 2028

0

0

0

0

Opvoering investering Tractors Openbaar Groen jaarschijf 2028

0

0

0

0

Opvoering investering Trailers & Aanhangers Openbaar groen jaarschijf 2026

0

0

-1

-1

Opvoering investering Trailers & Aanhangers Openbaar Groen jaarschijf 2028

0

0

0

0

Opvoering investering Veegmachines Straatreiniging jaarschijf 2028

0

0

0

0

Opvoering investering Zware voertuigen Gladheidsbestrijding jaarschijf 2026

0

0

-11

-11

Opvoering investering Zware voertuigen Gladheidsbestrijding jaarschijf 2027

0

0

0

-32

Opvoering investering Zware voertuigen Openbaar groen jaarschijf 2026

0

0

-28

-28

Meerjarig investeringsplan - Actualisaties

164

320

442

651

Totaal exclusief Nieuw Beleid

-466

3.790

4.202

5.891

Toelichting Autonome ontwikkelingen

Bijdrage GRGGD Z-W 2025

De deelnemersbijdrage voor Edam-Volendam wordt in de begroting 2025 van de GGDZW vooralsnog geraamd op € 2.443.024 inclusief contracttaken en Veilig Thuis. In de Kadernota was rekening gehouden met een bedrag van € 2.440.000. Dit leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting met € 4.000.

Wettelijke zorgplicht gemeenten voor openbare bibliotheken per 1-1-2027

Er wordt een wettelijke zorgplicht Openbare Bibliotheken voor gemeenten ingevoerd per 1-1-2027. Voor het uitvoeren van deze taak zullen gemeenten een structurele bijdrage via het Gemeentefonds ontvangen. In de periode tussen de specifieke uitkering en de invoering van de wettelijke zorgplicht ontvangen de gemeenten een decentralisatie-uitkering, om zich op de periode van de zorgplicht te kunnen voorbereiden. Hiervoor is in 2025 en 2026 in totaal een bedrag van € 59,3 miljoen beschikbaar. Dit bedrag wordt over alle gemeenten verdeeld op basis van een bedrag van € 2,95 per inwoner. Edam-Volendam ontvangt € 109.000 (onderdeel van de algemene uitkering Gemeentefonds in programma 6). Dit bedrag wordt geoormerkt en structureel beschikbaar gesteld aan de Bibliotheek Waterland om te komen tot een volwaardige bibliotheekvoorziening zoals de nieuwe wet het eist. Dit voorstel leidt in programma 5 met ingang van 2025 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 109.000.

Toelichting Bestaand beleid

Aanpassen afschrijftermijn voor scholen

In de kadernota is middels voorstel nummer 20, bijlage 4 voorgesteld om de afschrijftermijn voor scholen van 40 naar 60 jaar te zetten. Deze mutatie is doorgevoerd in het programma waarin het MIP wordt beheerd. Van hieruit wordt de aanpassing van de kapitaallast automatisch geraamd. Met deze mutatie wordt de raming in de exploitatie afgeraamd zodat deze vanuit het MIP kan worden opgevoerd.

Actualisatie budget Bibliotheek Waterland

Stichting Openbare Bibliotheek Waterland voert naast onze gemeente ook voor de gemeenten Purmerend, Waterland en Landsmeer het reguliere bibliotheekwerk overeenkomstig de wettelijke bepalingen uit. De hoogte van het subsidiebedrag per gemeente berust op een vastgestelde verdeelsleutel. Op de onderliggende kostenposten binnen de begroting van de stichting zijn diverse indexaties van toepassing. Daarom is voor 2025 het vereiste subsidiebedrag gestegen naar € 808.000 (exclusief decentralisatie uitkering van € 108.905) voor Edam-Volendam. De raming in onze begroting wordt hiervoor aangepast. Er is  structureel een extra exploitatiebudget van € 40.000 benodigd en  de structurele verlaging van de raming in de Kadernota van € 15.000 (verlaging indexatie van 4% naar 2%) moet worden teruggedraaid. Dit leidt in 2025 tot en met 2028 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 55.000, € 60.000, € 78.000 en € 70.000. Ten aanzien van deze post merken wij op dat op dit moment diverse ontwikkelingen binnen de stichting gaande zijn waarvan de financiële consequenties en de gevolgen voor de vereiste subsidiemiddelen nog niet volledig kunnen worden ingeschat voor 2025. Eventueel moet in 2025 aan de gemeenteraad om een verhoging van het subsidiebudget worden gevraagd om zo het bibliotheekwerk veilig te stellen als de beoogde maatregelen van de stichting niet afdoende blijken. Dit ook ter voorbereiding op de komst van de wettelijke verplichting om een bibliotheekvoorziening te moeten hebben.

Actualisatie Subsidies 2025 Programma Samenleving

Diverse ramingen worden geactualiseerd (hoger/lager) op basis van de subsidiesaanvragen 2025. De voornaamste bijstellingen voor 2025 betreffen de Musea (bij € 15.000), Kunst en Cultuur (bij € 9.000), Sport (bij € 4.000) en Wmo (af € 5.000). Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 25.000, € 28.000, € 30.000 en € 31.000.

Anti-discriminatievoorzieningen (ADV's)

Voor de kerntaken van de advies- en steunpunten (ADV’s) ontvangen gemeenten sinds 2009 structureel middelen via het gemeentefonds. Vanaf 2024 ontvangen gemeenten middelen om, samen met hun ADV’s, meer aan preventie te doen. De decentralisatie-uitkering maakt het mogelijk om op lokaal niveau maatwerk toe te passen. De ADV’s kunnen gemeenten, op basis van meldingscijfers, adviseren over opvallende onderwerpen binnen die gemeenten. Het leidt tot een verlaging van het saldo begroting in programma 5 en tot een verhoging van het saldo begroting in programma 6. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

Behaalde bezuiniging vrijval kapitaallasten investeringen

Met deze mutatie wordt het restant van de opgehaalde bezuinigingen door Openbare werken ten laste gebracht van de opgevoerde stelpost "Kapitaallasten investeringen" (zoals opgenomen in bijlage 5 van de Kadernota) zodat we inzichtelijk houden in hoeverre de doelstellingen behaald zijn. Dit leidt in 2028 tot een verlaging van het saldo begroting van € 169.000. Per saldo heeft deze wijziging geen effect op het saldo begroting omdat in eerste instantie de bezuinigingen al zijn gerealiseerd en verwerkt onder de journaalgroepen 'Meerjarig investeringsplan tractie' en 'Meerjarig investeringsplan mutatie kadernota'. Door middel van deze wijziging wordt dit verrekend met de stelpost.

Behaalde bezuinigingen Reorganisatie en verlagen kredieten OW

In de kadernota zijn in bijlage 5 Ombuigingen Wmo/Jeugdzorg 2 stelposten opgenomen. Het betreft hier de stelpost “Verlagen kredieten OW” (vanaf 2026 een taakstelling van € 160.000 en “Reorganisatie OW taakstelling” (vanaf 2025 een taakstelling van € 300.000).  De inmiddels behaalde bezuinigingen door Openbare werken worden met dit voorstel ten laste gebracht van de opgevoerde stelpost zodat we inzichtelijk houden in hoeverre de doelstellingen behaald zijn. Deze mutatie leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor de jaren 2025 tot en met 2028 van respectievelijk € 162.000, € 325.000, € 373.000 en € 460.000. Dit betekent dat er voor de jaren 2025 tot en met 2027 nog een taakstelling over blijft van respectievelijk € 138.000, € 135.000 en € 87.000. Per saldo heeft deze wijziging geen effect op het saldo begroting omdat in eerste instantie de bezuinigingen al zijn gerealiseerd en verwerkt onder de journaalgroepen 'Meerjarig investeringsplan tractie' en 'Meerjarig investeringsplan mutatie kadernota'. Door middel van deze wijziging wordt dit verrekend met de stelpost.

Bezuiniging schrappen vacatures kleiner en gelijk dan 0,2 fte

In de Kadernota, pagina 17 voorstel 1, is het bezuinigingsvoorstel opgenomen om alle vacatures gelijk of kleiner dan 0,2 fte te schrappen. Het betreft in de Kadernota een structurele besparing van € 125.000. Deze besparing was gebaseerd op de personeelslijst van de begroting 2024. Op basis van de personeelslijst begroting 2025 resteert een besparing van € 65.000. Dit komt doordat er in de personeelslijst 2025 minder vacatures kleiner dan 0,2 fte zijn opgenomen in vergelijking met de lijst van 2024. Deze bijstelling leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting voor de jaren 2025 tot en met 2028 van respectievelijk € 60.000, € 58.000, € 56.000 en € 54.000.

Bijstellen budgetten BUIG 2025

De ramingen voor 2025 zijn gebaseerd op de voorlopige BUIG-subsidie van 6 mei 2024. Eind september/begin oktober 2024 stelt het rijk de definitieve BUIG-subsidie vast. Dit voorstel leidt per saldo tot een verhoging van het saldo begroting van € 263.000.

Bijstellen budgetten Jeugdzorg

Op basis van de realisatie cijfers 2022 t/m medio 2024 worden de budgetten jeugdzorg structureel bijgesteld met respectievelijk € 2.865.000, € 2.945.000, € 3.038.000 en € 2.945.000. Dit leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting.

Bijstellen budgetten Wmo Maatwerkvoorzieningen

Op basis van de realisatie cijfers 2022 t/m medio 2024 wordt de budgetten Maatwerkvoorzieningen verhoogd vanaf 2025. Het budget woonvoorzieningen wordt structureel verhoogd met € 155.000. Het budget vervoersvoorzieningen wordt structureel verhoogd met € 80.000. Het budget rolstoelvoorzieningen wordt niet bijgesteld. Dit leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting met € 235.000.

Bijstellen budgetten Wmo Zorg in Natura

Wij stellen u voor de exploitatiebudgetten voor Wmo Zorg in Natura vanaf 2025 te verhogen met € 869.000, op basis van de realisatiecijfers 2022 tot en met medio 2024. Dit voorstel leidt structureel tot een verlaging van het saldo van de begroting.

Bijstellen mutatie voorziening GRP op basis van dekkingsoverzichten

Alle baten van rioolheffing worden gestort in de voorziening Gemeentelijk Riool Plan (GRP). Alle lasten welke kunnen worden toegerekend aan rioolheffing worden onttrokken aan de voorziening Gemeentelijk Riool Plan. Deze stortingen of onttrekkingen worden elk jaar bij de begroting, gebaseerd op het geactualiseerde dekkingsoverzicht rioolheffing, berekend. Voor de jaren 2025 tot en met 2028 dient de onttrekking aan de voorziening te worden verlaagd wat leidt tot een verlaging van het saldo begroting 2025 tot en met 2028 van respectievelijk € 10.000, € 101.000, € 236.000 en € 56.000. Een verlaging van de onttrekking wordt veroorzaakt door een verhoging van het dekkingspercentage. Als de inkomsten meer stijgen dan de kosten dan mag er minder onttrokken worden aan de voorziening GRP.

Bijstelling afschrijvingstermijnen activa

De afschrijvingstermijnen van sommige activa zijn gewijzigd. Dit leidt tot mutaties in de programma’s 1 tot en met 6. Verder stellen wij voor om in 2025 de onttrekking uit de reserve Dekking kapitaallasten afgeronde investeringen te verlagen met € 12.000. Per saldo leidt deze bijstelling in 2025 tot een verhoging van het saldo begroting van € 74.000 en voor de jaren 2026 en verder tot een verhoging van € 63.000.

Bijstelling budget inlening bij ziekte

Het budget voor inlening bij ziekte is de laatste jaren niet voldoende gebleken. Dit heeft te maken met de stijgende lasten voor inhuur en de toename van het aantal medewerkers waardoor er meer kans is op uitval door ziekte. Voorgesteld wordt om het budget van € 350.000 structureel te verhogen met € 50.000. Deze bijstelling leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting 2025 en verder.

Bijstelling budget speeltoren

Bij controle van de raming ten opzichte van de realisatie is gebleken dat voor Lingerzijde 1 lasten worden gemaakt die niet waren geraamd, dit geldt voor beveiligingsdiensten van Securitas.

Bijstelling kosten Onroerendzaakbelasting (OZB)

Voor het opleggen van de OZB en het innen hiervan worden kosten gemaakt. Het betreft veelal uitbestede werkzaamheden. De kosten hiervoor stijgen. Voorgesteld wordt om de geraamde budgetten hiervoor structureel te verhogen met € 12.000. Deze bijstelling leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting 2025 en verder.

Bijstelling opbrengsten afvalstoffenheffing begroting 2025

Aan de hand van de vastgestelde uitgangspunten worden de geraamde opbrengsten van de heffingen op afvalstoffen jaarlijks bijgesteld. Ten opzichte van het tarief 2024 zal het tarief 2025 stijgen met 5%. Daarnaast leidt een wijziging in het aantal op te leggen aanslagen tot een wijziging van de opbrengst. De grote bijstelling in 2028 heeft te maken met de methodiek van Lias, waarbij de waarden van 2027 bij de jaarovergang worden gekopieerd naar 2028. Dit voorstel leidt tot een verhoging van het saldo begroting van € 17.000 in 2025 en € 461.000 in 2028, en tot een verlaging van het saldo begroting van € 30.000 in 2026 en € 49.000 in 2027. Voor een uitvoerige uiteenzetting van de belastingtarieven wordt doorverwezen naar de Paragraaf Lokale heffingen.

Bijstelling opbrengsten rioolheffingen begroting 2025

Wij stellen u voor de geraamde opbrengsten van de heffingen op rioleringen bij te stellen op basis van de vastgestelde uitgangspunten. Het tarief zal in 2025 stijgen van € 192 naar € 226, wat een verhoging van € 34 betekent (18%). Voor een uitvoerige uiteenzetting van de belastingtarieven verwijzen wij naar de Paragraaf Lokale Heffingen. Deze bijstelling leidt in de jaren 2025 tot en met 2028 tot een verhoging van de geraamde baten met respectievelijk € 458.000, € 447.000, € 462.000 en € 594.000. Omdat alle inkomsten van rioolheffingen gestort worden in de voorziening Gemeentelijk Riool Plan (GRP) heeft dit voorstel geen gevolgen voor het saldo begroting.

Bijstelling ramingen belastingenopbrengsten

Op basis van werkelijke gegevens worden de ramingen voor de inkomsten en uitgaven Belastingen bijgesteld. Dit betreft uitgaven en inkomsten in het kader van de WOZ, Toeristenbelasting, Precariobelasting, etc. De bijstelling voor de jaren 2025 tot en met 2028 bedraagt respectievelijk € 55.000, € 84.000, € 84.000 en € 304.000. De grote bijstelling in 2028 heeft te maken met de methodiek van het financiële systeem waarbij de waarden van 2027 bij de jaarovergang worden gekopieerd naar 2028. Het nieuw opengestelde jaar mist daardoor 2 indexaties, die van de begroting 2024 en 2025, en dit leidt tot een hogere bijstelling. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting.

Bijstelling salariskosten begroting 2025

Jaarlijks worden de salariskosten bijgesteld. Deze bijstelling leidt tot een verhoging van het saldo begroting, voornamelijk door de opgenomen loonkostenontwikkeling. Voor de jaren 2025 en 2026 wordt rekening gehouden met een loonkostenontwikkeling van 3% en voor de jaren daarna met 2,5%. Daarnaast zorgen de verwerking en doorwerking van beloningsbesluiten naar aanleiding van het resultaten functie-onderhoud 2023 voor verdere bijstellingen. De grote bijstelling in 2028 heeft te maken met de methodiek van het financiële systeem waarbij de waarden van 2027 bij de jaarovergang worden gekopieerd naar 2028. Het nieuw opengestelde jaar mist daardoor 2 indexaties, die van de begroting 2024 en 2025, en dit leidt tot een hogere bijstelling. Structureel leidt dit voor de jaren 2025 tot en met 2028 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 936.000, € 1.114.000, € 1.028.000 en € 1.904.000.

Bijstelling salariskosten en diverse ramingen mbt duurzaamheid

Bij een analyse van de salariskosten is voor de begroting 2025 en verder gebleken dat een aantal ramingen op het onderdeel duurzaamheid aangepast moet worden. Dit leidt in 2025 en 2026 tot een verhoging van het saldo begroting van € 411.000 en € 13.000. In 2027 leidt dit tot een verlaging van het saldo begroting van € 16.000.

Bijstelling subsidie 2025 Recreatieschap Twiske Waterland

In de 1e begrotingswijziging 2024 van het recreatieschap is aangegeven dat de bijdrage voor onze gemeente in 2025 is verhoogd met € 749. Dit voorstel leidt tot een verlaging van het saldo begroting van € 749 in 2025.

Cameratoezicht

Het budget voor technische kosten moet structureel worden verhoogd met € 1.000 vanwege prijsinflatie. Dit leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting.

Correctie journaal indexering van 4% naar 2%

In de Kadernota, pagina 22, is het bezuinigingsvoorstel (nr. 10) “Verlaging indexering vanaf 2025 van 4% naar 2%“ opgenomen.
Op een aantal posten is deze verlaging van de indexering niet gewenst/ mogelijk, omdat hierdoor onvoldoende budget resteert voor de gemaakte subsidie en contract afspraken. Dit speelt bij de subsidies aan Musea en dorpsraden en met name bij het leerlingvervoer. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor de jaren 2025 tot en met 2028 van respectievelijk € 22.000, € 44.000, € 65.000 en € 52.000.

Dienstverlening gemeenten aanpak armoede en schulden

Vanuit de Aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden, die in juli 2022 aan de Tweede Kamer is gepresenteerd, heeft het kabinet via het gemeentefonds € 40 miljoen aan structurele middelen voor betere dienstverlening door gemeenten op het gebied van armoede en schulden beschikbaar gesteld vanaf 2024. De structurele toekenning stelt gemeenten verder in staat om strategisch en doelgericht te handelen en hun activiteiten uit te breiden zoals het verdubbelen van het gebruik van schuldhulpverlening en het bevorderen van activiteiten om armoede onder kinderen te bestrijden.
Deze rijksbijdrage is geraamd in programma 6 (post algemene uitkering Gemeentefonds). Dit voorstel leidt (in programma 5) structureel tot een verlaging van het saldo begroting van € 40.000.

Indexatie Jongerenwerk

Het tarief voor jongerenwerk is in vanaf 2023 geïndexeerd op basis van de OVA-indexering. Dit betreft een percentage van respectievelijk 5,29% en 6,49%. Dit geeft een verlaging van het saldo begroting in 2025 met € 38.000 en voor 2026 en verder met € 28.000.

Kleine aanpassingen programma 5

Op basis van de realisatie cijfers 2023 t/m medio 2024 worden de diverse budgetten structureel bijgesteld. Deze bijstelling geeft een structurele verlaging van het saldo begroting met € 11.000.

Meicirculaire 2024

Deze circulaire informeert gemeenten over de gemeentefondsuitkeringen. Het gemeentefonds is de belangrijkste inkomstenbron van de gemeenten. De meicirculaire 2024 leidt tot een structurele stijging van de gemeentelijke inkomsten. Voor de jaren 2025 tot en met 2028 betreft het een verhoging van respectievelijk € 752.000, € 269.000, € 419.000 en € 1.502.000. Deze stijgingen worden voornamelijk veroorzaakt door verhoogde overheidsuitgaven, met name door de oplopende salariskosten. Het Rijk geeft meer geld uit om deze stijgende salariskosten te dekken. De hogere inkomsten die de gemeenten ontvangen, zullen grotendeels worden aangewend voor de dekking van de stijgende salariskosten van hun eigen personeel. De gevolgen van de meicirculaire voor 2024 zullen worden opgenomen in de Winternota 2024. Per saldo leidt dit tot een verhoging van het saldo begroting voor de jaren 2025 tot en met 2028 van respectievelijk € 752.000, € 269.000, € 419.000 en € 1.502.000.

Mutatie Joint Venture Glasdraad

CAI Edam-Volendam is samen met Glasdraad een joint venture aangegaan onder de naam Glasvezel Edam-Volendam (GEV). Deze samenwerking leidt tot verschillende bijstellingen in de begroting van CAI. Denk hierbij onder meer aan het stopzetten van betalingen aan betaalzenders en het doorbelasten van baten naar GEV.

Deze wijzigingen leiden tot een verlaging van de onttrekking uit de reserve in 2025 van € 134.000. In 2026 betreft dit een onttrekking van € 800.000. In 2027 volgt een toevoeging van € 98.000, en in 2028 een onttrekking van € 437.000.

Daarnaast leidt deze samenwerking in 2025 tot een verhoging van het saldo van de begroting van € 796.000 en vanaf 2026 tot een structurele verhoging van € 23.000.

Personele kosten Werkplus 2025

De raming van de personele kosten is geactualiseerd op basis van het actuele personeelsbestand. De raming wordt structureel verlaagd met € 100.000. Dit geeft een structurele verhoging van het saldo begroting met € 100.000.

Renteontwikkeling op basis van cashflowoverzicht

Op basis van het opgestelde cashflowoverzicht zal het voor onze gemeente in de komende jaren noodzakelijk zijn om langlopend vreemd vermogen aan te trekken. Voorzichtigheidshalve is hierbij uitgegaan van het principe dat niet alle investeringen ook daadwerkelijk in een bepaald jaar gerealiseerd gaan worden. Er wordt uitgegaan van een realisatie van 50%. Het gemiddelde rentepercentage bedraagt 4,00%. In de begroting 2024 was reeds structureel rekening gehouden met deze extra rente. Uit de berekeningen voor de begroting 2025 blijkt dat er minder extra leningen nodig zijn dan vorig jaar was berekend. De budgetten voor extra geraamde rente kunnen dus worden verlaagd. Deze bijstelling leidt voor de jaren 2025 tot en met 2028 tot een rentebijstelling van respectievelijk € 205.000, € 420.000, € 543.000 en € 303.000. Deze bijstelling leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting.

Septembercirculaire 2024

Bijstelling Algemene uitkering naar aanleiding van de septembercirculaire 2024. Voor de jaren 2025 tot en met 2028 zorgt de septembercirculaire voor een stijging van de uitkering voor onze gemeente van respectievelijk € 929.000, € 1.554.000, € 1.203.000 en € 1.487.000. Het verschijnen van een nieuwe circulaire heeft vaak niet alleen gevolgen voor de geraamde opbrengsten Algemene uitkering maar kan ook leiden tot extra uitgaven. In de Algemene uitkering kan geld beschikbaar worden gesteld voor specifieke doeleinden waardoor er voor gemeenten ook extra lasten optreden om deze doelen te realiseren. Bij het opstellen van de Kadernota (bijlage 5) was reeds rekening gehouden met een bijstelling van het gemeentefonds voor de jaren 2025 tot en met 2028 van respectievelijk € 600.000, € 800.000, € 1.000.000 en € 1.200.000. Daarom zorgt deze bijstelling nu voor een stijging van het saldo begroting voor de jaren 2025 tot en met 2028 van respectievelijk € 329.000, € 754.000, € 203.000 en € 287.000.

Uitvoeringskosten Oekraine opvang

De personele kosten van de eigen medewerkers die gemaakt worden ten behoeve van de Oekraine opvang worden ten laste gebracht van de rijksvergoeding voor de opvang van Oekrainers. Dit leidt voor de jaren 2025 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 44.000, € 127.000, 129.000 en € 132.000.

Verwerking ramingen wegenoverdracht HHNK in begroting

In de raadsvergadering van 4 juli 2024 is besloten tot de overdracht van de wegen van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). In het raadsvoorstel zijn de financiële gevolgen toegelicht. Het voordeel van de overdracht van per saldo € 327.000 is opgenomen in voorstel 26 van de Kadernota. Dit voordeel is niet gewijzigd. In dit voorstel worden de exploitatie ramingen wegenoverdracht HHNK administratief en budgetneutraal verwerkt. Naast exploitatiekosten heeft de gemeente ook investeringen overgenomen van het HHNK. Het betreft hier de Dorpswegbrug Warder, de Kwadijkerbrug en de Uitstroombruggen West en Oost. Omdat deze investeringen nieuw opgevoerd moeten worden in het meerjarig investeringsplan (MIP) leiden de lasten hiervan op het onderdeel “Meerjarig investeringsplan nieuw” met ingang van 2025 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van in totaal € 48.000. Omdat de lasten van deze investeringen ook opgenomen zijn bij de bepaling van het voordeel van € 327.000 wordt deze verlaging van het saldo begroting in dit voorstel weer teruggedraaid. Anders zouden we dit nadeel 2 keer ramen. Per saldo leidt dit voorstel daarom met ingang van 2025 tot een structurele verhoging van het saldo begroting van € 48.000. Voor het begrotingssaldo in zijn geheel heeft dit voorstel samen met de voorstellen in het MIP geen gevolgen voor het saldo begroting.

Vitaliteit Musea

In 2023 is opdracht gegeven aan onderzoeksbureau Atlas Research om een verdiepingsonderzoek uit te voeren naar de vitaliteit en professionaliteit van de musea in onze gemeente. In juli is het rapport uitgebracht, waarin een aantal adviezen zijn opgenomen. Het advies omvat onder meer het ondersteunen van de musea bij het werven van vrijwilligers, het werven van fondsen, het delen van expertise, het aantrekken van meer bezoekers en het realiseren van meer schoolbezoeken. Het doel is dat deze kosten op de korte termijn zich ontwikkelen tot baten op de lange termijn, bijvoorbeeld door de focus te leggen op het verhogen van publieksinkomsten en inkomsten uit fondsen en private partijen. Hierdoor kunnen de musea in de toekomst zelfstandig voortbestaan zonder extra hulp. Wij stellen u voor om eenmalig € 50.000 uit de algemene reserve te onttrekken om de vitaliteit van de musea te bevorderen, met als doel het verhogen van de inkomsten en het aantrekken van meer vrijwilligers. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo van de begroting.

Toelichting Kadernota - Bijlage 1 - Bijkomende lasten en baten

Beheer kunstcollectie

Afgelopen maanden heeft een inventarisatie en categorisering plaats gevonden van kunstobjecten die onze gemeente in bezit heeft. Aan de hand hiervan is een deel van de collectie aangemerkt als zogenaamde kerncollectie. Het overige kan worden teruggegeven, vernietigd of geveild. Vervolgens moet de kerncollectie in een ruimte worden opgeborgen of tentoongesteld waarin het object wordt geconserveerd voor de toekomst. Het beheer brengt kosten met zich mee. De geraamde kosten die met het beheer samen hangen betreffen € 25.000 structureel. Dit leidt met ingang van 2025 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 25.000.

Bezuiniging ICT

De werkelijke uitgaven voor de gemeentelijke website vallen lager uit dan was voorzien. Voorgesteld wordt om het totale budget voor de gemeentelijke website structureel te verlagen met € 40.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting 2025 en verder. De bijstelling voor 2024 zal worden opgenomen in de Voorjaarsnota 2024.

Bijdrage Veiligheidsregio Z-W 2025

Naar aanleiding van de concept-begroting van de Veiligheidsregio Z-W 2025 moet de bijdrage met € 277.000 worden verhoogd. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 277.000.

Bijstellen kosten storten afvalstoffen

Bij de begroting is de raming voor storten afvalstoffen verhoogd met de prijsindex uit de uitgangspunten. De werkelijke verhoging op het storten afvalstoffen is zo'n 12%. Dit wordt veroorzaakt door hogere belasting voor de verwerker en doordat de hoeveelheid afval hoger was in 2023, waardoor de voorschotbedragen voor 2024 zijn verhoogd. Voorgesteld wordt om de raming structureel bij te stellen. Voor 2024 wordt de verhoging in de voorjaarsnota meegenomen. Dit voorstel leidt tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 230.000, € 234.000, € 239.000 en € 244.000 voor 2025 en verder.

Formatieplan Openbare Werken

In 2021 heeft een verkennend onderzoek plaats gevonden naar de capaciteit en organisatie van de afdeling Openbare werken. De aanleiding voor dit onderzoek was de behoefte aan een capaciteitsberekening voor de “binnendienst” van de afdeling Openbare Werken en een doorlichting van de organisatie om de afdeling verder te ontwikkelen. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat er 10 fte extra formatie nodig is om de opdracht die de afdeling heeft uit te kunnen voeren. Deze 10 fte extra formatie leidt tot € 870.000 aan extra salarislasten. Tegenover deze extra lasten is een structurele bezuinigingen/efficiencyverbetering geraamd van € 700.000. Via het collegeprogramma is er per saldo € 170.000 ten laste van het saldo begroting geraamd. Op dit moment zijn nog niet alle vacatures vervuld. Voor 2024 en verder is € 405.000 aan structurele bezuinigingen/efficiencyverbeteringen doorgevoerd. De reorganisatie is inmiddels afgerond en efficiencyverbeteringen worden steeds inzichtelijker. De komende maanden, voor afronding van de begroting 2025, zal het overige deel van de bezuinigingen en efficiency winst verder moeten worden ingevuld. De verwachting is dat er hierdoor bij de begroting 2025 en verder geen verlaging van het saldo begroting op zal treden. De bijstelling voor 2024 zal worden opgenomen in de Voorjaarsnota 2024. Omdat er op dit moment nog geen zekerheid is of de gehele besparing van € 700.000 gerealiseerd zal worden leidt dit voorlopig tot een verlaging van het saldo begroting 2025 tot en met 2028 van respectievelijk € 295.000, € 308.000, € 322.000 en € 340.000.

Gemeentefondsuitkering 2028

De Gemeentefondsuitkering 2028 is nu een kopie van de bijdrage uit 2027. Wij gaan er van uit de uitkering 2028 zal stijgen ten opzichte van 2027. Vandaar dat we vooruitlopend op de meicirculaire 2024 een inschatting maken van een stijging van € 1 mln. in 2028. Dit voorstel leidt tot een stijging van het saldo begroting 2028.

Groenbeleidsplan

In 2024 wordt het groenbeleidsplan opgesteld. Het vorige groenbeleidsplan is opgesteld zonder uitbreiding van het toen beschikbare budget. Dit budget is volledig benodigd voor het beheer en onderhoud. Dit heeft als gevolg dat er binnen projecten niet voldoende budget is om ook het groen aan te passen aan de huidige wensen/eisen. Binnen de omgevingsvisie zijn onderwerpen als klimaatadaptatie en biodiversiteit belangrijk. Binnen groen is er echter alleen budget beschikbaar voor de dagelijkse werkzaamheden. Aanpassingen in het areaal zijn hierdoor niet mogelijk. De verwachting is dat er € 250.000 extra budget nodig is om het areaal op orde te kunnen brengen en houden. Dit voorstel leidt tot een verlaging van het saldo begroting van € 250.000 voor 2025 en verder.

Herdenkingen

Wij stellen voor om een structureel budget van € 10.000 beschikbaar te stellen voor herdenkingen in plaats van jaarlijks een incidenteel budget aan te vragen. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo van de begroting met € 10.000 vanaf 2025 en verder.

Herontwikkelen beheer accommodaties

Op dit moment is beheer en gebruik van ons (kern)vastgoed op verschillende manieren vormgegeven. Enkel voor de sporthallen werken we met beheerders en enkel onze eigen huisvesting is voorzien van facilitair onderhoud. Andere multifunctionele accommodaties worden beheerd door gebruikers en vrijwilligers. Onder meer schoonmaak, facilitair onderhoud, gebruikersonderhoud, beheer en calamiteiten zijn niet -of op verschillende wijze- in onze organisatie belegd. Onze vastgoedportefeuille kent echter een breed scala aan soorten vastgoed (sporthallen, mfa’s, woningen, ontwikkellocaties etc.). Steeds vaker komt het voor dat vrijwilligers het beheer niet langer op zich kunnen nemen of er geen meldpunt is waar gebruikers terecht kunnen met vragen of meldingen, waardoor beleidsambtenaren onder andere voorgenoemde taken moeten uitvoeren. Dit is niet wenselijk en moet op een centrale plaats in de organisatie worden belegd. De verwachting is dat we 1,5 fte nodig hebben om dit goed in te bedden in de organisatie. Wij stellen voor om hiervoor een structureel exploitatiebudget van € 100.000 beschikbaar te stellen. Deze bijstelling leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting 2025 en verder.

Innen havengelden en bruggelden

Voorgesteld wordt om de havengelden en bruggelden met een QR-code te laten betalen. Dit voorstel leidt tot een verlaging van het saldo begroting met € 1.000 per jaar. Hierdoor hoeft de havenmeester niet de gehele dag aanwezig te zijn en kan hij in de loop van de dag controle uitvoeren of er (voldoende) betaald is. De besparing op de uren van de havenmeester moet nog worden bepaald. Deze bijstelling leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 1.000 vanaf 2025 en verder.

Kadernota GGD ZW 2025

Uit de Kadernota 2025 GGD-ZW blijkt dat in 2025 een bijdrage van Edam-Volendam benodigd is van € 2.007.000. Dit is € 77.000 hoger dan wij hebben opgenomen in de meerjarenraming van onze gemeentelijke begroting ten behoeve van de GGD-ZW, te weten € 1.930.000. Ook de jaarschijven 2026 en verder worden bijgesteld op basis van de Kadernota van de GGD ZW. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting 2025 tot en met 2028 van respectievelijk € 77.000, € 281.000, € 360.000 en € 450.000.

Kosten extra inspanning Toerisme (zie ook voorstel toeristisch coördinator)

Taken op het gebied van economie en toerisme zijn geen wettelijke verplichting, maar optioneel. De raad heeft echter uitgesproken dat de gemeente meer het voortouw moet nemen in de ondersteuning van de ambities van het TOP op het gebied van het toerisme. Daarmee is geen rekening gehouden in de meerjarenbegroting. Om het ambitieniveau op het gebied van toerisme in een stijgende lijn voort te zetten is naast personele inzet ook een extra werkbudget van € 50.000 nodig. Dit is nodig om samen met het TOP op te trekken en ieder vanuit zijn eigen rol projecten en activiteiten op te pakken en uit te voeren. Dit geeft een structurele verlaging van het saldo begroting van € 50.000.

Kosten Omgevingsplannen en Omgevingsprogramma's 2025 en verder

Op 6 februari 2024 is in B&W het plan van aanpak Werken met Omgevingsprogramma's behandeld. De programma’s vormen een schakel tussen de maatschappelijke opgaven vanuit de Omgevingsvisie en de instrumenten op basis van de wet, zoals omgevingsplan en omgevingsvergunning. In de Omgevingsvisie zijn zes maatschappelijke opgaven geformuleerd die vorm moeten krijgen in een programma. Programma’s zijn de opmaat naar het omgevingsplan, waarvoor een wettelijke einddatum is vastgesteld. Uitgangspunt is opstellen van twee programma’s per jaar om die datum te kunnen halen. De eisen onder de Omgevingswet aan een programma leiden tot een extra beslag op het saldo begroting. Per programma dient rekening gehouden te worden met een bedrag van € 220.000. Bij twee programma's per jaar derhalve € 440.000.
In het genoemde plan van aanpak is ook een doorkijk gegeven over de kostenontwikkeling voor omgevingsplannen (de opvolger van de bestemmingsplannen). De eisen onder de Omgevingswet aan een omgevingsplan, zoals onder andere MER-plicht, digitalisering en participatie, leiden tot een extra beslag op het saldo begroting. Per plan dient met ingang van 2025 rekening gehouden te worden met een bedrag van € 360.000. Per saldo leidt dit met ingang van 2025 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 800.000.

Kosten toeristisch coördinator (zie ook voorstel Kosten extra inspanning toerisme)

In de raadsvergadering van 24 november 2022 is een motie vastgesteld waarin is voorgesteld een toeristisch coördinator aan te stellen in de gemeente. De lasten van deze coördinator zijn nog niet structureel in de begroting opgenomen. Voorgesteld wordt de kosten voor deze functionaris met ingang van 2025 te ramen in de begroting. Omdat hiervoor geen andere dekkingsmogelijkheden beschikbaar zijn leidt deze extra uitgave structureel tot een verlaging van het saldo begroting van € 100.000.

Openbare Verlichting

In 2024 wordt het beleidsplan Openbare Verlichting opgesteld. Binnen de gemeente is de afgelopen jaren de openbare verlichting vervangen door LED. Hiervoor is destijds een krediet beschikbaar gesteld. Binnen de huidige budgetten is alleen ruimte voor het dagelijks beheer. Bij projecten en groot onderhoud moet vaak ook de openbare verlichting worden aangepast om de verlichting te laten voldoen aan de nieuwe inrichting. Dit is financieel niet meegenomen in beleidsplannen van de andere disciplines. Ook moeten lichtmasten vaak tijdelijk worden verplaatst of weggehaald ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden. Om de werkzaamheden zonder vertragingen uit te kunnen voeren, is het van belang budget voor de openbare verlichting op te nemen in de begroting. De verwachting is dat er € 250.000 extra budget nodig is om het areaal op orde te kunnen houden. Dit voorstel leidt tot een verlaging van het saldo begroting van € 250.000 voor 2025 en verder.

Opvoering investering Herinrichting Boelenspark

Het Boelenspark dient heringericht te worden. Er zijn verschillende opties: volledig herinrichten of uitvoeren groot onderhoud en noodzakelijke vernieuwingen. Er volgt een apart raadsvoorstel, voorgesteld wordt om het besluit tot uitvoering in 2026 te nemen, waarbij gekeken wordt of het binnen de begroting past. Om de lasten op te nemen in de meerjarenbegroting, is een investering van € 1.800.000 opgenomen. De investering wordt afgeschreven in 20 jaar. De hierbij behorende kapitaallasten voor 2030 en verder zijn € 90.000 per jaar en leiden tot een structurele verlaging van het saldo begroting.

Opvoering investering Mobiliteitsplan (2025-2029)

In de loop van 2024 wordt een mobiliteitsplan aan de Raad aangeboden. Om de lasten (gedeeltelijk) mee te nemen in de meerjarenbegroting wordt een investering van € 200.000 opgenomen. Hier staat een bijdrage van de VVA tegenover voor een bedrag van € 51.550. De afschrijving vindt plaats in 20 jaar. De hierbij behorende kapitaallasten van 2026 en verder zijn € 7.400 per jaar en gaan structureel ten laste van het saldo begroting.

Opvoering investering Nieuwbouw brandweerkazerne Deimpt

De samenvoeging van de brandweerkazernes van Edam en van Volendam is uitgesteld om onder andere tijdelijk units ten behoeve van de opvang van Oekraïense ontheemden te kunnen plaatsen aan De Deimpt. Er is een tijdelijke kazerne in Edam geplaatst voor 5 jaar, met de mogelijkheid voor verlenging met nogmaals 5 jaar. Dat betekent dat de besluitvorming en ontwikkeling van  het terrein op De Deimpt over tenminste 4-5 jaar moet starten, om een tijdige samenvoeging van beide kazernes alsnog mogelijk te maken. De kosten worden vooralsnog ingeschat op 8-10 mln. Deze investeringen zouden dan rond 2030-2032 gedaan moeten worden. De kosten voor de nieuwe kazerne worden geschat op € 9,6 mln. Dit is exclusief de lasten voor slopen van het oude pand en het saneren van de grond.

Opvoering investering Uitbreiding fietsenstallingen

De fietsenstallingen bij het Stadskantoor en bij de Veermanlaan zijn te klein en er is beperkt toezicht mogelijk. De gemeente wil de medewerkers juist stimuleren om meer te fietsen en de auto minder te gebruiken. Daarnaast heeft de gemeente een aantal elektrische fietsen aangeschaft voor intern gebruik waar nu geen stalling voor is. Wij stellen voor een investeringskrediet beschikbaar te stellen van € 75.000 voor stalling en laadmogelijkheid. Afschrijving van deze investering over een periode van 20 jaar leidt tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 3.750. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting 2026 en verder.

Opvoering investering Uitbreiding krediet reconstructie Julianaweg

De eerste fase van de reconstructie van de Julianaweg is afgerond. Er is gestart met de voorbereidingen voor de volgende 2 fases. Hiervoor is een raming opgesteld. Hieruit is gebleken dat de kosten hoger uitvallen dan waar eerder rekening mee is gehouden. De voorbereidingen om te starten met de eerste fase hebben een aantal jaar in beslag genomen. Dit waren ook de jaren dat er sprake was van extreem hoge prijsstijgingen. Prijsstijgingen tot wel 20% per jaar waren geen uitzondering. Binnen contracten is er sprake van een spreiding van risico’s voor opdrachtgever en aannemer. Als er sprake is van uitzonderingen, zoals in dit geval de Corona crisis, wordt bekeken wat acceptabel is. Hiervoor is vanuit het Rijk een handreiking geschreven. Deze handreiking is binnen alle contracten binnen Openbare Werken toegepast. Er volgt een raadsinformatiebrief met een uitgebreide toelichting op dit onderwerp. Om de afschrijvingslasten in de begroting op te nemen, wordt een krediet van € 4.700.000 opgenomen, afschrijving in 20 jaar. De hierbij behorende kapitaallasten zijn voor 2027 en verder € 235.000 per jaar en gaan ten laste van het saldo begroting.

Opvoering investering Vervanging sportvloer Opperdam

De houten sportvloer van de sporthal Opperdam (oud) is technisch afgeschreven. De vloer vertoond op een groot aantal plekken oneffenheden die ontstaan zijn door het veelvuldig nat reinigen in verband met het harsgebruik. Daarnaast komen een aantal deksels van vloerpotten uit de vloer omhoog wat kan zorgen voor onveilige situaties. De toplaag en onderlaag moeten vervangen worden. Deze renovatie of vervanging biedt meteen een kans om de nieuwe sportvloer naadloos en obstakel vrij door te leggen in de bergingen en onder de opslaglocatie van de tribunes. Samen met de gebruikers en markpartijen zal er gezocht worden naar innovatieve en duurzame oplossingen voor de sportvloer en belijning zodat deze weer toekomstbestendig is. Een eerste grove CROW-raming laat zien dat de kosten ongeveer € 363.000 inclusief btw zullen bedragen. De vloer wordt afgeschreven in 20 jaar. De hierbij behorende netto kapitaallasten zijn voor 2026 en verder € 14.000 per jaar en leiden tot een structurele verlaging van het saldo begroting.

Overige kosten personeel: jubilea etc.

De laatste jaren blijkt dat de kosten voor overige personeelslasten met name op het gebied van jubilea steeds verder stijgen. De belangrijkste reden hiervoor is dat veel collega’s al langere tijd bij ons werken en dat ook vooral willen blijven doen. Het gevolg hiervan is dat het aantal jubilea jaarlijks toeneemt van 12,5 jaar dienstverband, naar 25 en inmiddels is 40 jaar geen uitzondering meer. Het beschikbare budget hiervoor voldoet niet meer. Bovendien volgt in het navolgende jaar ook nog regelmatig een naheffing van de Belastingdienst omdat dit soort uitgaven onder een ander belastingregime valt. Al met al bedraagt de overschrijding ongeveer € 30.000. Wij stellen voor om het budget Overige personeelslasten structureel te verhogen met € 30.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting 2025 en verder. Een eventuele bijstelling voor 2024 zal worden opgenomen in de Najaarsnota 2024.

Structurele uitbreiding 0,78 Fte leerplicht (wettelijke taak)

Om de veranderende en toenemende taken voortkomend uit de  leerplichtwet effectief uit te voeren en preventief op te treden om schoolverzuim te voorkomen is het nodig om de huidige formatie structureel uit te breiden naar 2,78 Fte en hiervoor middelen beschikbaar te stellen. Met het omzetten van de huidige incidentele uitbreiding naar een structurele uitbreiding met 0,78 Fte hebben we ook in de komende jaren, met 3 leerplichtambtenaren, voldoende capaciteit om onze taken op goede wijze te blijven uitvoeren. Om zo de schoolaanwezigheid van de leerlingen uit onze gemeente te bevorderen. De kosten van deze structurele formatie uitbreiding bedragen € 65.000 per jaar. Dit leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2025.

Structurele verhoging inkomsten precariobelasting

De werkelijke inkomsten uit Precariobelasting zijn de laatste jaren hoger uitgevallen dan geraamd. Voorgesteld wordt om de inkomstenraming structureel te verhogen met € 8.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting 2025 en verder met € 8.000.

Verhoging bijdrage omgevingsdienst IJmond

Overdracht van basistaken voor milieutoezicht als gevolg van de Omgevingswet heeft tot een personele verschuiving geleid. De verschuiving leidt enerzijds tot en verlaging van de personele lasten, maar anderzijds tot een verhoging van de bijdrage aan de OD IJmond. Die verhoging was nog niet verwerkt. Het gaat om een bedrag van € 92.000. Daarnaast zijn ook zogenaamde plustaken en bodemtaken overgedragen aan de OD. In tegenstelling tot eerdere afspraken ontvangt de gemeente hiervoor geen compensatie. Het gaat om een aanvullend bedrag van € 53.000. Dit geeft in totaal een verlaging van het saldo begroting van € 145.000.
De actuele discussie (landelijk) over de robuustheid van omgevingsdiensten zou mogelijk kunnen leiden tot verdere kostenverhoging. Omdat het uitgangspunt voor deze discussie weinig weerklank vindt bij de gemeenten en de uitkomst hoogst onzeker is wordt hiermee vooralsnog geen rekening gehouden in de begroting.

Verlagen exploitatiebudgetten WOZ bezwaarschriften

De exploitatiebudgetten die beschikbaar zijn gesteld voor de stijgende lasten van bezwaarschriften WOZ kunnen worden verlaagd. Belangrijkste oorzaken voor de aframing zijn de wijziging van de Wet WOZ met ingang van 2024 en het minder dan verwachte aantal bezwaarschriften. Bij die wijziging is in de wet opgenomen dat de proceskostenvergoedingen die op grond van het besluit proceskosten bestuursrecht worden vermenigvuldigd met een factor 0,25. Gemeenten gaan daardoor fors minder betalen aan de 'no cure no pay-bureaus' die tegen veel te hoge vergoedingen bezwaar maakten tegen WOZ-beschikkingen. Wij stellen voor de exploitatiebudgetten bezwaarschriften WOZ met ingang van 2025 structureel te verlagen met € 132.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting. De bijstelling voor 2024 zal worden opgenomen in de Voorjaarsnota 2024.

Vooruitblik meicirculaire 2024

Het ministerie van Financiën heeft de Voorjaarsnota 2024 gepresenteerd. Deze geeft een vooruitblik op de rijksbegroting voor de komende jaren. Over de gevolgen worden de gemeenten geïnformeerd via de meicirculaire 2024. Vooruitlopend op de circulaire kan op basis van de Voorjaarsnota van het Rijk reeds een inschatting worden gemaakt van de mutaties die via de meicirculaire zullen worden doorgevoerd. Dalende accressen in 2024 en 2025 zorgen ervoor dat onze gemeente in 2025 € 1,6 mln. wordt gekort. Met ingang van 2026 stijgen de accressen weer en komt ook de opschalingskorting te vervallen. Deze korting wordt sinds 2015 opgelegd omdat gemeenten door gedwongen opschaling kosten zouden besparen. Het vervallen van deze korting met ingang van 2026 en stijgende accressen zorgen ervoor dat de gemeentefondsuitkering voor onze gemeente met ingang van 2026 structureel stijgt. Dit voorstel leidt in 2025 tot een verlaging van het saldo begroting met € 1.608.000 en voor de jaren 2026 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 371.000, € 200.000 en € 260.000.

Toelichting Kadernota - Bijlage 4 - Verzamelde ombuigingsvoorstellen

Voorstel 1 Schrappen vacatures 0,2 fte en minder (4)
In de staat van personele lasten staan verscheidene vacatures van 0,2 fte en kleiner. Wij stellen voor om al deze kleine vacatures te schrappen. Dit verschoont de staat van personele lasten en levert een structurele besparing op van € 125.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting 2025 en verder. Het inleveren van deze zogenaamde ‘snipperformatie’ beperkt de organisatie om kleinere uitbreidingen binnen de bestaande formatie te realiseren.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 2 Verlaging aantal afdelingshoofden (6)
Momenteel kent de organisatie 4 afdelingen met separate afdelingshoofden en daaronder teamleiders. Met de verdere professionalisering van de organisatie is de verwachting dat op de langere termijn (2027) volstaan kan worden met een andere verhouding tussen afdelingshoofden en teamleiders en een teruggang naar 3 afdelingshoofden. Het werkveld van de afdeling Openbare Werken en Ruimtelijke Ontwikkelingen liggen veelal in elkaars verlengde. Ook de invoering van de Omgevingswet vereist een verdere samenwerking. In 2024 zal een verkenning worden gedaan naar de voorwaarden die deze verlaging mogelijk kan maken. Dit levert een structurele besparing op in 2027 en verder van € 155.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 3 Aanpassing tarief busparkeren (naar € 20 in twee stappen) (15)
Het busparkeren kost momenteel € 12,50 per bus. Voorgesteld wordt dit in 2 stappen te verhogen naar € 20 per bus. Per saldo leidt dit voorstel in 2025 tot een verhoging van het saldo begroting van € 25.000, en voor de jaren 2026 en verder tot een verhoging van structureel € 50.000.

  • Wijziging en/of aanvulling:

Het college stelt voor om  voorstel 3 Aanpassen tarief busparkeren (naar € 20 in twee stappen) en voorstel 3a Tarief busparkeren  in twee stappen verhogen naar € 30 samen te voegen tot voorstel 3b Busparkeren Marinapark en tarief Parallelweg in 2 stappen naar € 25.

De financiële gevolgen van voorstel 3 en 3a zijn daarom in de tabel op 0 gezet en samengevoegd in voorstel 3b.
Het college stelt voor om de tarieven op de Parallelweg in 2 stappen te verhogen naar € 25. Vervolgens ook betaald busparkeren in te voeren op de parkeerterreinen van het Marinapark. Zie de toelichting onder voorstel 3b.  

Voorstel 3a Tarief busparkeren in twee stappen verhogen naar € 30 (voorstel Fractie)
Het verhogen van het tarief voor busparkeren in twee stappen naar € 30 per bus, in plaats van de voorgestelde € 20 per bus.

Toelichting ambtelijke organisatie
In de kadernota is rekening gehouden met een verhoging van het parkeertarief voor bussen met 60% naar € 20 per dag in 2 stappen. Dit vonden we een acceptabele verhoging.
Het is een keus om het tarief in 2 stappen naar € 30 per dag te doen. Dit is dan een verhoging van 140%.
Wanneer we naar de parkeertarieven in de omgeving kijken, zijn de volgende tarieven van kracht:

  • Marken € 16,40 per dag
  • Zaanse Schans € 35 per dag in laag seizoen en € 55 per dag in hoog seizoen
  • Amsterdam tussen € 55 en € 70 per dag.

De partij die dit voorstel heeft ingediend had voor de jaren 2025 tot en met 2028 bedragen van respectievelijk € 12.000, € 25.000, € 25.000 en € 25.000 als extra inkomsten in de tabel ingevuld.  Omdat er voorgesteld is jaarlijks te verhogen van € 20 naar € 30 leidt dit voorstel voor de jaren 2025 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 25.000, € 50.000, € 50.000 en € 50.000. Voorzichtigheidshalve is ook rekening gehouden met een terugloop van het aantal bussen door de prijsverhoging. De bedragen zijn nu ook opgenomen in de tabel

  • Wijziging en/of aanvulling:

Het college stelt voor om  voorstel 3 Aanpassen tarief busparkeren (naar € 20 in twee stappen) en voorstel 3a Tarief busparkeren  in twee stappen verhogen naar € 30 samen te voegen tot voorstel 3b Busparkeren Marinapark en tarief Parallelweg in 2 stappen naar € 25.

De financiële gevolgen van voorstel 3 en 3a zijn daarom in de tabel op 0 gezet en samengevoegd in voorstel 3b.
Het college stelt voor om de tarieven op de Parallelweg in 2 stappen te verhogen naar € 25. Vervolgens ook betaald busparkeren in te voeren op de parkeerterreinen van het Marinapark. Zie de toelichting onder voorstel 3b.

Voorstel 3b Busparkeren Marinapark en tarief Parallelweg in 2 stappen naar € 25.
Het busparkeren kost momenteel € 12,50 per bus. Voorgesteld wordt dit in 2 stappen te verhogen naar € 20 per bus. Per saldo leidt dit voorstel in 2025 tot een verhoging van het saldo begroting van € 25.000, en voor de jaren 2026 en verder tot een verhoging van structureel € 50.000.

  • Wijziging en/of aanvulling:

Het college stelt voor om  voorstel 3 Aanpassen tarief busparkeren (naar € 20 in twee stappen) en voorstel 3a Tarief busparkeren  in twee stappen verhogen naar € 30 samen te voegen tot voorstel 3b Busparkeren Marinapark en tarief Parallelweg in 2 stappen naar € 25.

De financiële gevolgen van voorstel 3 en 3a zijn daarom in de tabel op 0 gezet en samengevoegd in voorstel 3b.
Het college stelt voor om de tarieven op de Parallelweg in 2 stappen te verhogen naar € 25. Vervolgens ook betaald busparkeren in te voeren op de parkeerterreinen van het Marinapark. Zie de toelichting hieronder.  

Hieronder wat extra informatie over de mogelijke extra opbrengsten van betaald parkeren door verhoging van het tarief en de opbrengst van bussen op het Marinapark te Volendam. Vanaf 2025 is een inschatting gemaakt van de mogelijke opbrengsten met verschillende scenario’s. Omdat het een inschatting is kunnen de mogelijke inkomsten niet als exacte inkomsten beschouwd worden.

Aantal te verwachte toeristenbussen parkeerterrein Parallelweg
Uit de informatie van de betaalautomaat op het parkeerterrein Parallelweg komt naar voren dat er in 2023 in totaal 7.838 bussen betaald hebben met een totale inkomsten van € 97.975 bij een parkeertarief van € 12,50.
Voor 2024 en verdere jaren nemen we als uitgangspunt dat het aantal bussen zal toenemen naar 8.000 bussen per jaar met een totale inkomsten van € 100.000 zoals in de begroting is opgenomen.

Aantal te verwachte toeristenbussen parkeerterrein Marinapark
Van het aantal bussen dat op het parkeerterrein Marinapark parkeert hebben we geen aantallen. Geconstateerd wordt wel dat er incidenteel toeristenbussen parkeren op de 6 busparkeerplaatsen aan het begin van het Marinapark. Op de 10 busparkeerplaatsen op het grote parkeerterrein verderop op het Marinapark staan nagenoeg geen toeristenbussen. Hier staan hoofdzakelijk bussen van TTA Volendam.

Wanneer we als uitgangspunt nemen dat er alleen tijdens het toeristenseizoen van mei t/m september op de  6 busparkeerplaatsen aan het begin van het Marinapark bussen geparkeerd wordt met een bezettingsgraad van 10 bussen per dag zijn dat 150 dagen x 8 bussen = 1200 bussen.
Voor de 10 parkeerplaatsen verderop op het Marinapark is het uitgangspunt dat er gedurende het hele jaar maximaal 100 toeristenbussen parkeren wanneer het extreem druk is.

Parkeertarief
Het huidige parkeertarief op het parkeerterrein Parallelweg is € 12,50. In de kadernota 2025 is opgenomen om dit tarief in 2 stappen naar € 20 te verhogen. Tevens is vanuit de gemeenteraad aangegeven het tarief op het parkeerterrein Parallelweg mogelijk in 2 stappen naar € 30 te verhogen. In de reactie hierop is aangegeven dat het tarief van € 30 nog steeds lager is dan de tarieven op de Zaanse Schans van € 35 laag seizoen en € 55 hoog seizoen per dag en Amsterdam met tarieven tussen de € 55 en € 70 per dag.

Het college stelt vervolgens voor om op de Parallelweg het tarief in twee stappen te verhogen naar € 25. Dit is het gemiddelde van het oorspronkelijke voorstel  nr. 3 ( stijging naar € 20) en het aanvullende voorstel 3a (stijging naar € 30). Uitwerking van dit voorstel leidt tot een tarief op de Parallelweg in 2025 van € 19 en vanaf 2026 een tarief van € 25.

Voor het bepalen van het parkeertarief op het parkeerterrein Marinapark is de loopafstand naar het toeristisch centrum van belang. Het parkeerterrein Parallelweg ligt op 400 meter loopafstand, de 6 parkeerplaatsen aan het begin van het Marinapark op 900 meter loopafstand en de 10 parkeerplaatsen op het grote parkeerterrein Marinapark op 1200 meter loopafstand. De parkeerplaatsen op het Marinapark liggen een stuk verder dan de parkeerplaatsen op het parkeerterrein Parallelweg. Het advies is dan ook om het parkeertarief op het parkeerterrein Marinapark lager te maken dan op het parkeerterrein Parallelweg. Het voorstel is dan ook om op de 6 plaatsen aan het begin van het Marinapark in 2025 een tarief van € 15 en vanaf 2026 een tarief van €  20 te heffen en op de 10 parkeerplaatsen op het grote parkeerterrein Marinapark in 2025 een tarief van €  12,50 en vanaf 2026 een tarief van € 15. Hieronder het overzicht:

2025

2026

Parkeerterrein Parallelweg

€ 19,00

€ 25,00

P1 - Terrein begin Marinapark

€ 15,00

€ 20,00

P2 - Grote terrein Marinapark

€ 12,50

€ 15,00

Geschatte opbrengsten
Aan de hand van het aantal geschatte bussen dat op de parkeerterreinen Parallelweg en Marinapark parkeren en de voorgestelde tarieven zijn de geschatte jaarlijkse inkomsten als volgt:

2025

2026

Parkeerterrein Parallelweg

8.000 x € 19 = € 152.000

8.000 x € 25 = € 200.000

P1 - Terrein begin Marinapark

1.200 x € 15 = € 18.000

1.200 x € 20 = € 24.000

P2 - Grote terrein Marinapark

100 x € 12,50 = € 1.250

100 x € 15 = € 1.500

€ 171.250

€ 225.500

Door het verhogen van het parkeertarief op het parkeerterrein Parallelweg bestaat de mogelijkheid dat er meer toeristenbussen op het grote parkeerterrein Marinapark gaan parkeren. Hierdoor zal er minder opbrengst zijn omdat het tarief daar lager is. Een inschatting of dit gebeurd is niet te maken, maar dient wel rekening mee te worden gehouden.

Extra opbrengsten
Wanneer er naast de aanpassing van het tarief op het parkeerterrein Parallelweg ook betaald parkeren voor bussen op de parkeerterreinen Marinapark wordt ingevoerd zullen de totale geschatte extra inkomsten in 2025 uitkomen op € 71.000 en voor 2026 op € 125.000. Deze bedragen zijn nu ook als inkomsten opgenomen in de tabel bij voorstel 3b.

Voorstel 4 Opbrengst CAI / Glasvezel (46)
In 2023 zijn de kosten en opbrengsten CAI aangepast naar de nieuwe situatie. Door aanlegkosten en de financiering daarvan ontstaat er een (tijdelijke) daling van de opbrengsten. Het voorstel is om de opbrengst van de inbreng van het CAI in Joint Venture in een reserve onder te brengen, om hiermee de inkomstendaling van 2026 en verder op te vangen, totdat de dividendinkomsten vanuit de joint venture voldoende zijn. Momenteel wordt onderzocht door de accountant of dit mogelijk is en vervolgens kunnen de bedragen in beeld worden gebracht. Om de opbrengsten goed in beeld te hebben is er rekening mee gehouden dat er vanaf 2026 en verder € 800.000 per jaar aan dividend wordt ontvangen, hiervan was een deel al geraamd. Dit leidt in 2026 tot een verhoging van het saldo begroting met € 469.000 en met ingang van 2027 tot een structurele verhoging van het saldo begroting met € 334.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 5 Aanpassing tarief Toeristenbelasting Kampeerterrein vanaf 2025 (43)
De tarieven toeristenbelasting voor overnachtingen op een kampeerterrein stijgen met een inflatiecorrectie van 5%. In 2025 wordt dit tarief verhoogd van € 1,45 naar € 1,50. In omliggende gemeenten zijn de tarieven 2024:

Oostzaan

€ 4,65

Waterland

€ 3,10

Enkhuizen

€ 2,70

Gooise Meren

€ 2,00

Medemblik

€ 1,97

Wormerland

€ 1,95

Hoorn

€ 1,90

Zaanstad

€ 1,70

Edam-Volendam

€ 1,45

Alkmaar

€ 1,36

Uit bovenstaande gegevens is op te maken dat het tarief voor overnachten op een kampeerterrein in Edam-Volendam lager is dan omliggende gemeenten. Een stijging van dit tarief met meer dan 10% is niet onredelijk. Als er voor gekozen wordt dit tarief met ingang van 2025 structureel  te verhogen met 10%, in plaats van 5%, dan leidt dit tot een extra inkomst en verhoging van het saldo begroting in de jaren 2025 tot en met 2028 van respectievelijk  € 5.000, € 10.000, € 15.000  en €  20.000. Het tarief in Edam-Volendam komt voor 2025 tot en met 2028 na verhoging met jaarlijks 10% uit op respectievelijk € 1,60,  € 1,75, € 1,95, € 2,15. De verwachting is dat de tarieven van de andere gemeenten ook jaarlijks zullen stijgen.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 5a Verhoging toeristenbelasting kampeerterrein met 20% (voorstel Fractie).
Het verhogen van de toeristenbelasting voor overnachtingen op een kampeerterrein met 20%, in plaats van de voorgestelde 10%.

Toelichting ambtelijke organisatie
Als we dit tarief met ingang van 2025 jaarlijks met 20% verhogen, in plaats van 10%, dan leidt dit tot extra inkomsten voor de jaren   2025 tot en met 2028 van respectievelijk  € 9.000, € 20.000 en € 35.000 en € 53.000.  Het tarief stijgt dan elk jaar met 20% in plaats van 10%. Het tarief in Edam-Volendam komt voor 2025 tot en met 2028 na verhoging met jaarlijks 20% uit op respectievelijk €1,75, € 2,10, €2,50 en € 3,00. De verwachting is dat de tarieven van de andere gemeenten ook jaarlijks zullen stijgen. De partij die dit voorstel heeft ingediend had voor de jaren 2025 tot en met 2028 bedragen van respectievelijk € 5.000, € 10.000, € 15.000 en € 20.000 als extra inkomsten in de tabel ingevuld. Deze extra inkomsten zijn gebaseerd op een stijging van 5% naar 10%. Omdat er voorgesteld is jaarlijks te verhogen van 10% naar 20% leidt dit voorstel voor de jaren 2025 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 9.000, € 20.000 en € 35.000 en € 53.000. Deze bedragen zijn nu ook opgenomen in de tabel.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 6 Aanpassing tarief Toeristenbelasting vanaf 2026 (44)
Bij het opstellen van de begroting 2022 is in de jaren 2022 tot en met 2025 voor het verkrijgen van extra inkomsten een structurele verhoging van de toeristenbelasting opgenomen van jaarlijks € 100.000. Ook in de begroting 2025 is deze verhoging voor het jaar 2025 opgenomen.  Om dit te realiseren worden de tarieven voor de watertoeristenbelasting en voor overnachtingen in andere accommodaties dan een kampeerterrein in 2025 met ongeveer 8% verhoogd. Bovenop deze 8% komt nog een verhoging van het inflatiepercentage van 5%.  In 2025 stijgt het tarief dan in totaal met 13%.  Voor de jaren 2026 en verder is rekening gehouden met een verhoging van 5% inflatie. Keuzemogelijkheden tarieven anders dan kampeerterrein. In 2024 is het tarief toeristenbelasting  voor overnachten in een accommodatie anders dan een kampeerterrein € 3,40. In omliggende gemeenten zijn de tarieven 2024:

Amsterdam

€ 16,76

Landsmeer

€ 9,38

Zaanstad

€ 7,54

Oostzaan

€ 4,65

Edam-Volendam

€ 3,40

Waterland

€ 3,10

Alkmaar

€ 2,73

Hoorn

€ 2,70

Enkhuizen

€ 2,70

Purmerend

€ 2,65

Medemblik

€ 1,97

Gooise Meren

€ 2,00

Wormerland

€ 1,95

Het gemiddelde tarief 2024 in Nederland is € 2,34. Ten opzichte van 2023 zijn de landelijke tarieven gemiddeld met 8,1% gestegen. Noord-Hollandse gemeenten hanteren in 2024 gemiddeld het hoogste tarief: € 3,51 per nacht, een stijging van 11,3% ten opzichte van een jaar eerder. Het gemiddelde in Noord-Holland wordt vooral opgeschroefd door de gemeenten Amsterdam, Ouder-Amstel, Landsmeer en Haarlemmermeer. In onze gemeente is het tarief in 2024 gestegen met 13% van € 3.01 naar € 3,40. Het tarief in Edam-Volendam komt in 2025 na verhoging met 13% op € 3,85. Voorstel extra inkomsten verhoging tarief 2026 met 10% In de begroting 2026 en verder is rekening gehouden met een tariefstijging van 5% voor overnachten in een accommodatie anders dan een kampeerterrein. Als er voor gekozen wordt dit tarief 2026  te verhogen met 10%, in plaats van 5% dan leidt dit tot een hogere inkomst en verhoging van het saldo begroting in de jaren 2026 tot en met 2028 van respectievelijk  € 65.000, € 70.000 en € 75.000. Het tarief in Edam-Volendam komt in 2026 na verhoging met 10% op € 4,25
.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 6a Verhoging toeristenbelasting niet kampeerterrein met 20% (voorstel Fractie).
Het verhogen van de toeristenbelasting voor overnachtingen in accommodaties anders dan een kampeerterrein met 20%, in plaats van de voorgestelde 10%.

Toelichting ambtelijke organisatie
Als we dit tarief in 2026 eenmalig met 20% verhogen, in plaats van 10%, dan leidt dit tot extra inkomsten voor de jaren 2026 tot en met 2028 van respectievelijk  € 145.000, € 150.000 en € 160.000.  Het tarief stijgt dan eenmalig in 2026 met 20% in plaats van 10%. Het tarief in Edam-Volendam komt voor 2026 na verhoging met eenmalig 20% uit op € 4,60. De verwachting is dat de tarieven van de andere gemeenten ook jaarlijks zullen stijgen. De partij die dit voorstel heeft ingediend had voor de jaren 2026 tot en met 2028 bedragen van respectievelijk € 65.000, € 70.000 en € 75.000 als extra inkomsten in de tabel ingevuld. Deze extra inkomsten zijn gebaseerd op een stijging van 5% naar 10%. Omdat er voorgesteld is incidenteel in 2026 te verhogen van 10% naar 20% leidt dit voorstel voor de jaren 2026 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 145.000, € 150.000 en € 160.000. Deze bedragen zijn nu ook opgenomen in de tabel.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 7 Aanpassing tarieven leges kleine vergunningen Omgevingswet (10)
De kosten van vergunningverlening worden niet volledig gedekt door de inkomsten uit leges. Het verschil is groter voor kleinere bouwwerken, die vaak ook vergunningsvrij uitgevoerd kunnen worden. Door de verschillende tarieven aan te passen worden de leges meer kostendekkend en ontstaat er meer evenwicht tussen kosten en opbrengsten. Dit voorstel leidt met ingang van 2025 tot een structurele verhoging van het saldo begroting van € 300.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het gaat hier om het meer kostendekkend maken van de leges.

Voorstel 8 Zaalhuur handbal (41)
Op dit moment krijgt de handbalvereniging een x aantal uren voor het 0-tarief als gevolg van afspraken rondom het buitenveld. Deze afspraak loopt al meer dan tien jaar en wordt nu in overleg met de handbal afgebouwd. Dit leidt in 2025 tot een verhoging van het saldo begroting met € 15.000 en met ingang van 2026 tot een structurele verhoging van het saldo begroting met € 30.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college heeft dit voorstel op plaats 8 gezet.

Voorstel 9 Aanpassing tarieven huur sportaccommodaties (30)
Voorgesteld wordt om de tarieven voor het huren van sportaccommodaties, zowel de binnen- als buitensport, te verhogen met 10%. Dit leidt met ingang van 2026 tot een structurele verhoging van het saldo begroting met € 79.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college heeft dit voorstel op plaats 9 gezet.

Voorstel 10 Verlaging indexering vanaf 2025 van 4% naar 2% (48)
In de primitieve begroting 2024 is de indexatie voor kostenstijgingen en inflatie verhoogd van 1,5% naar 4%. Voorgesteld wordt deze meerjarige indexatie te herzien en taakstellend aan te passen naar 2%. In het laatste jaar (2028) was, zoals gebruikelijk in dit stadium, helemaal nog geen indexatie doorgevoerd. In deze wijziging zijn ook de betreffende ramingen in dit jaar nu verhoogd met 2%. Naast het feit dat de inflatie een dalende lijn laat zien wordt hiermee ook een besparing bereikt van ruim 1 miljoen op de totale begroting. Deze bijstelling leidt voor de jaren 2025 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting met respectievelijk € 644.000, € 1.260.000, € 1.852.000 en € 1.226.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 11 Groenbeleidsplan (20)
In 2024 wordt het groenbeleidsplan opgesteld. Het vorige groenbeleidsplan is opgesteld zonder uitbreiding van het toen beschikbare budget. Dit budget is volledig benodigd voor het beheer en onderhoud. Dit heeft als gevolg dat er binnen projecten niet voldoende budget is om ook het groen aan te passen aan de huidige wensen/eisen. Binnen de omgevingsvisie zijn onderwerpen als klimaatadaptatie en biodiversiteit belangrijk. Binnen groen is er echter alleen budget beschikbaar voor de dagelijkse werkzaamheden. Aanpassingen in het areaal zijn hierdoor niet mogelijk. De verwachting is dat er € 250.000 extra budget nodig is om het areaal op orde te kunnen brengen en houden. Dit voorstel leidt tot een verlaging van het saldo begroting van € 250.000 voor 2025 en verder. In het geprognosticeerde begrotingstekort voor de jaren 2025 en verder is rekening gehouden met deze extra kosten.  Als ervoor gekozen wordt om deze extra kosten niet op te nemen in de begroting 2025 en verder dan leidt dit met ingang van 2025 tot een verhoging van het saldo begroting van structureel € 250.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 12 Bijstelling kosten college (1)
Het college bestaat uit een vijftal wethouders, waaronder een wethouder in deeltijd.  In de begroting 2025 en verder willen we uitgaan van de aanname dat een volgend college mogelijk weer uit vier wethouders bestaat. Daarmee wordt ook een beperkter beroep gedaan op secretariële ondersteuning. Deze aanname leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting 2027 en verder van € 103.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 13 Reorganiseren dienstverlening Wijksteunpunt en CJG (37)
vanuit het Wijksteunpunt en het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt de voorliggende toegang uitgevoerd. Binnen de voorliggende toegang organiseren we alles wat preventief werken en voorkomen van (het groter worden van) problematiek mogelijk maakt. Dit kan je als gemeente zowel groot als klein optuigen, binnen de grenzen van de verschillende wetten (Jeugdwet, Wmo, Participatiewet). De verschillende diensten die zijn ingekocht worden uitgevoerd onder de vlag van het Centrum voor Jeugd en Gezin en het Wijksteunpunt mogen worden afgeschaald (met uitzondering van de jeugdgezondheidszorg en de onafhankelijk cliëntondersteuning). Binnen dit voorstel verlagen we de totale begroting van de voorliggende toegang met 25% en stellen we voor per 2026 deze te reorganiseren. Binnen deze ‘reorganisatie’ stellen we een visie vast op de toegang en wordt aan de hand daarvan bepaald op welke manier de dienstverlening moet worden ingericht (met 25% minder budget) om onze inwoners nog steeds zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn. Dit leidt per saldo in 2026 tot een verhoging van het saldo begroting met € 458.000 en met ingang van 2027 tot een structurele verhoging van het saldo begroting met € 476.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 14 Formatie team projecten (2)
Een medewerker van team projecten wordt vanaf mei 2024 tot en met september 2026 gedetacheerd naar een andere gemeente met optie tot definitieve overgang. De medewerker blijft vooralsnog op de loonlijst, maar er staan detacheringsopbrengsten tegenover tot september 2026. Van de vrijgekomen formatie wordt een deel niet meer ingevuld. Deze formatie wijziging geeft een bezuiniging van € 50.000 per jaar. Dit leidt tot een verhoging van het saldo begroting. Opgemerkt wordt dat de gedetacheerde medewerker mogelijk in 2026 (of eerder) terugkeert naar onze gemeente. Wanneer de medewerker dan niet kan worden ingezet op een openstaande vacature vervalt de bezuiniging van € 50.000 per jaar.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 15 Investering Herinrichting Boelenspark (22)
Het Boelenspark dient heringericht te worden. Er zijn verschillende opties: volledig herinrichten of uitvoeren groot onderhoud en noodzakelijke vernieuwingen. Er volgt een apart raadsvoorstel, voorgesteld wordt om het besluit tot uitvoering in 2026 te nemen, waarbij gekeken wordt of het binnen de begroting past. Om de lasten op te nemen in de meerjarenbegroting, is een investering van € 1.800.000 opgenomen. De investering wordt afgeschreven in 20 jaar. De hierbij behorende kapitaallasten voor 2028 en verder zijn € 90.000 per jaar en leiden tot een structurele verlaging van het saldo begroting. In het geprognosticeerde begrotingstekort voor de jaren 2028 en verder is rekening gehouden met deze extra kosten.  Als ervoor gekozen wordt om deze extra kosten niet op te nemen in de begroting 2025 en verder dan leidt dit met ingang van 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van structureel € 90.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 16 Openbare verlichting (25)
In 2024 wordt het beleidsplan Openbare Verlichting opgesteld. Binnen de gemeente is de afgelopen jaren de openbare verlichting vervangen door LED. Hiervoor is destijds een krediet beschikbaar gesteld. Binnen de huidige budgetten is alleen ruimte voor het dagelijks beheer. Bij projecten en groot onderhoud moet vaak ook de openbare verlichting worden aangepast om de verlichting te laten voldoen aan de nieuwe inrichting. Dit is financieel niet meegenomen in beleidsplannen van de andere disciplines. Ook moeten lichtmasten vaak tijdelijk worden verplaatst of weggehaald ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden. Om de werkzaamheden zonder vertragingen uit te kunnen voeren, is het van belang budget voor de openbare verlichting op te nemen in de begroting. De verwachting is dat er € 250.000 extra budget nodig is om het areaal op orde te kunnen houden. Dit voorstel leidt tot een verlaging van het saldo begroting van € 250.000 voor 2025 en verder. In het geprognosticeerde begrotingstekort voor de jaren 2025 en verder is rekening gehouden met deze extra kosten.  Als ervoor gekozen wordt om deze extra kosten niet op te nemen in de begroting 2025 en verder dan leidt dit met ingang van 2025 tot een verhoging van het saldo begroting van structureel € 250.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 17 Bezuiniging budgetten integrale veiligheid (9)
De budgetten van integrale veiligheid zijn per post doorgelopen en waar mogelijk afgeraamd dan wel verlaagd. In totaal wordt € 96.000 bezuinigd waarvan de consequenties nog te overzien en op te vangen zijn. Dit leidt voor de jaren 2025 tot en met 2028 tot een structurele verhoging van het saldo begroting van ruim € 96.000. Bij meerdere en grotere bezuinigingen komt de uitvoering van de Veiligheidsagenda 2024-2027 en de noodzakelijke professionalisering van het Informatieknooppunt in gevaar. Dat is een voorwaardelijk aspect voor het Uitvoeringsprogramma van de Veiligheidsagenda 2024-2027.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 18 Beëindigen project en aframen krediet meekoppelkansen afrit Noordeinde (18)
Het project Meekoppelkans afrit Noordeinde is geen noodzaak. Van de afrit weten we dat dit een flinke investering gaat vragen terwijl er tot nu toe nog geen noodzaak is aangetoond. In de begroting is hiervoor een krediet beschikbaar van (kosten minus bijdrage derden) € 286.000, welke vanaf 2025 in 20 jaar wordt afgeschreven. Deze afschrijvingslasten zijn geraamd in de begroting en worden gedekt uit de reserve toekomstige kapitaallasten. Wanneer het project wordt beëindigd kunnen de geraamde afschrijvingslasten van € 14.000 per jaar (2025-2034) worden afgevoerd. Deze kapitaallasten hoeven dan niet te worden gedekt uit de reserve toekomstige kapitaallasten. De tot op heden gemaakte kosten bedragen € 35.000 en worden ten laste gebracht van de reserve toekomstige kapitaallasten. Ook vervalt de inzet van ambtelijke uren. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 19 Huur hoogwerker (21)
Er wordt voor circa 26 weken per jaar een hoogwerker gehuurd, de kosten hiervan zijn € 25.000 per jaar. Het is goedkoper om een (2e hands) hoogwerker aan te schaffen. Voorgesteld wordt de maaiboot te verkopen, omdat deze nauwelijks gebruikt wordt. Er wordt een krediet van € 30.000 aangevraagd voor een hoogwerker met een afschrijvingstermijn van 10 jaar. De vervallen kapitaallasten van de maaiboot dienen ter dekking van de kapitaallasten van de hoogwerker. Per saldo leidt dit voorstel tot een verhoging saldo begroting van € 25.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 20 Aanpassen afschrijftermijn voor scholen (29)
De toekomstige scholen die gebouwd worden, worden nu nog afgeschreven in 40 jaar. Deze termijn zou naar 60 jaar kunnen. Dit leidt tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 42.000 in 2026, en € 134.000 in 2027 en 2028.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 21 Seizoenkaarten FC Volendam (5)
Voortaan 2 seizoenkaarten FC Volendam aan te schaffen in plaats van 4. Dit leidt tot een verhoging van het saldo begroting van € 8.000.Consequentie: indien nodig een extra kaartje kopen.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 22 Doorrekening deel extra kosten kermis aan ondernemers (12)
De gemeente is de organisatie van de Kermis, sinds Corona, op een andere – meer professionele – wijze gaan ondersteunen en begeleiden. Onderzocht wordt op welke wijze een deel van de extra kosten  (€ 75.000) ten laste van ondernemers kunnen worden gebracht. Dit voorstel leidt structureel tot een verhoging van het saldo begroting met € 75.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Hier wordt momenteel onderzoek naar gedaan.

Voorstel 23 Overstap Milieustraat Purmerend (27)
De gemeente Purmerend is gestart met de voorbereidingen om een nieuwe milieustraat en werf te realiseren. In de capaciteit van die nieuwe milieustraat in Purmerend is het een optie dat onze gemeente ook gebruik gaat maken van deze nieuwe milieustraat. In welke contractvormen dit zou kunnen plaatsvinden dient nader uitgewerkt te worden. Bij een overstap wordt een besparing verwacht, waarvan het grootste deel bestaat uit personeelskosten. Dit kan worden gerealiseerd door natuurlijk verloop, onder andere pensionering. Wel moet rekening worden gehouden met een op een nader te bepalen plek te realiseren terrein voor het materieel van de buitendienst. Ingeschat wordt dat de overstap naar de milieustraat Purmerend per saldo een besparing zal opleveren van € 350.000 vanaf 2027 en verder. Het perceel Julianalaan/Veermanlaan biedt vervolgens mogelijkheden voor herontwikkeling.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om de voorstellen Overstap Milieustraat Purmerend (23), Inzameling bedrijfsafval  (23a) en afstoten Milieustraat Oosthuizen (23b) te clusteren.

Ook de jaren van realisatie zijn op elkaar afgestemd. Realisatie wordt niet eerder dan in 2027 verwacht. De besparing afstoten milieustraat Oosthuizen van € 150.000 in 2026 is daarom afgevoerd.

Voorstel 23a Inzameling bedrijfsafval (24)
De gemeente is niet verplicht bedrijfsafval in te zamelen. Hierin wordt wel voorzien, maar de kosten hiervoor zijn hoger dan de in rekening gebrachte reinigingsrechten. En niet alle bedrijven binnen de gemeente hebben hiervoor een contract. Er wordt bij de milieustraat bovenmatig veel bedrijfsafval ingeleverd en de indruk bestaat dat dit niet alleen afval uit de gemeente is. In een aantal gevallen komen ook bedrijven buiten de gemeente het afval op onze milieustraat brengen. Door de genoemde oorzaken is de inzameling van bedrijfsafval niet kostendekkend. Naast de hoge kosten is er momenteel geen vergunning voor de inzameling bedrijfsafval. Als ervoor gekozen wordt bedrijfsafval in te blijven zamelen zal een marktconforme prijs gehanteerd moeten worden en er zal een goede administratie ingericht moeten worden. Dit kost 2 fte en de logistiek van de milieustraat moet aangepast worden, zoals de toegangspoort en het passensysteem. Voor deze extra kosten kan op dit moment nog geen goede inschatting worden gemaakt. In april/mei 2024 wordt door een extern bureau onderzoek uitgevoerd op de beide milieustraten, om aan de hand van gegevens uit het onderzoek onderbouwde keuzes te kunnen maken en te overwegen om te stoppen met het inzamelen van bedrijfsafval. Voor de zomer wordt een nieuw grondstoffen beleidsplan opgesteld, welke na de zomer aan de raad zal worden voorgelegd. Op dit moment zijn de mogelijke besparingen daardoor nog niet bekend en ook is er geen realistische inschatting te maken.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om de voorstellen Overstap Milieustraat Purmerend (23), Inzameling bedrijfsafval  (23a) en afstoten Milieustraat Oosthuizen (23b) te clusteren.

Ook de jaren van realisatie zijn op elkaar afgestemd. Realisatie wordt niet eerder dan in 2027 verwacht. De besparing afstoten milieustraat Oosthuizen van € 150.000 in 2026 is daarom afgevoerd.     

Voorstel 23b Afstoten Milieustraat Oosthuizen (17)
In de gemeente zijn 2 milieustraten (Julianaweg en Oosthuizen). Oosthuizen heeft zeer beperkte openingstijden, drie dagen per week, korter dan 2 uur per dag. Hierdoor kunnen medewerkers niet efficiënt worden ingeroosterd en is er sprake van een behoorlijke reistijd ten opzichte van de openingsuren. Door de milieustraat in Oosthuizen te sluiten, kan € 150.000 worden bespaard op personeelskosten. Dit kan worden gerealiseerd door natuurlijk verloop, onder andere door pensionering. De besparing op het materieel van de milieustraat in Oosthuizen is nog niet inzichtelijk, omdat dit niet per locatie in de administratie is verwerkt. Het gaat om 20 containers, een perscontainer, trekker etc. Daarnaast vervalt het beheer en onderhoud aan het gebouw en kan (een deel) van de grond worden verkocht voor ontwikkeling. In Oosthuizen staat materieel voor het onderhoud in de lintdorpen, bij afstoten van de milieustraat zal een beperkte opslag gerealiseerd moeten worden voor dit materieel. Het pand op de milieustraat in Oosthuizen is technisch afgeschreven. Bij het in stand houden van de milieustraat Oosthuizen zal er herbouwd moeten worden. Voor de herbouw dient nog te worden uitgewerkt wat er precies nodig is.  Het afstoten van de milieustraat Oosthuizen leidt tot een verhoging van het saldo begroting van € 150.000 op de personeelskosten voor 2026 en verder. De besparing op het materieel van de milieustraat zal ook bijdragen aan een verhoging van het saldo begroting, deze is nog niet bekend. Bij afstoten van de milieustraat is herbouwen niet noodzakelijk, waardoor de grond kan worden herontwikkeld, wat een (incidentele) opbrengst zal opleveren. N.B. Voor dit punt is er een sterke relatie met het overstappen van de milieustraat op de Julianaweg naar de nieuwe milieustraat in Purmerend. De uitwerking van een overstap moet nog plaatsvinden.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om de voorstellen Overstap Milieustraat Purmerend (23), Inzameling bedrijfsafval  (23a) en afstoten Milieustraat Oosthuizen (23b) te clusteren.

Ook de jaren van realisatie zijn op elkaar afgestemd. Realisatie wordt niet eerder dan in 2027 verwacht. De besparing afstoten milieustraat Oosthuizen van € 150.000 in 2026 is daarom afgevoerd.  In afwijking van de oorspronkelijk opgenomen tekst leidt het afstoten van de milieustraat Oosthuizen niet tot een verhoging van het saldo begroting van € 150.000 voor 2026 maar pas met ingang van 2027 en verder.  

Voorstel 24 Verduurzaming en optimalisatie wagenpark (28)
De wagenparkbeheerder heeft het wagenpark geanalyseerd. In 2024 zullen een aantal voertuigen worden vervangen, indien mogelijk voor een duurzame variant. De kosten van een duurzame variant zijn hoger. Bij vervanging van 9 voertuigen is het verschil € 41.000. Bij afschrijving in 7 jaar zijn de lasten € 6.000 per jaar hoger. Daarnaast is de besparing op brandstof en wegenbelasting € 5.000 per jaar. Daarnaast is het gebruik van alle voertuigen geanalyseerd, en zouden 5 voertuigen kunnen komen te vervallen. Dit is een besparing van € 134.000. Bij een afschrijving over 7 jaar is de besparing in afschrijvingslasten € 19.000 per jaar.     Per saldo leidt dit tot een structurele verhoging van het saldo begroting van € 18.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 25 Reorganiseren activiteiten aanbod talentontwikkeling en LEF (36)
Als gemeente hebben we de afgelopen jaren zwaar ingezet op het stimuleren van talentontwikkeling en alternatieve activiteiten voor jongeren bij LEF. Met dit voorstel schalen we dit af en voegen we de budgetten voor activiteiten van talentontwikkeling en LEF samen om toch in een stuk zinvolle vrijetijdsbesteding en talentontdekking/-ontwikkeling i.c.m. de preventieve werking ervan te kunnen voorzien. Bij LEF gaan we vooral inzetten op de ouderbetrokkenheid. Dit leidt in 2026 tot een verhoging van het saldo begroting met € 252.000 en met ingang van 2027 tot een structurele verhoging van het saldo begroting met 268.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 26 Overdracht wegen en stedelijk water HHNK (26)
Per 1 januari 2025 zal het HHNK 70 kilometer wegen (en alle aanverwante zaken zoals bruggen, verlichting, verkeersborden, straatmeubilair, groen, etc.) aan de gemeente overdragen en zal de gemeente stedelijk water aan HHNK overdragen. Na de overdracht van de wegen zal voor de burgers de wegenheffing door HHNK komen te vervallen en ook de bijdrage van de gemeente aan HHNK. De gemeente zal de wegenheffing in de OZB meenemen en zal de uitbreiding van het areaal in de onderhoudsplannen verwerken. De verwachting is dat de overdracht van wegen en bruggen door het HHNK aan de gemeente per saldo leidt tot lagere uitgaven. De bedragen die het HHNK nu in rekening brengt zijn hoger dan de kosten die de gemeente naar verwachting gaat maken. De gemeente zal de kosten moeten omslaan over de OZB. Omdat de gemeente geen ervaring heeft met deze taak wordt voorgesteld het bedrag dat de burger nu aan het HHNK betaalt ook te laten betalen aan de gemeente. Op basis van de huidige kennis, gegevens en inschattingen leidt dit met ingang van 2025 tot een structurele verhoging van het saldo begroting van € 500.000. Deze ruimte willen we graag beschikbaar houden voor toekomstige tegenvallers die wij nu nog niet kunnen voorspellen. Daarnaast neemt het HHNK een groot deel van het stedelijk water van de gemeente over, bermsloten worden aan de gemeente overdragen. De verwachting is dat hier nauwelijks financiële gevolgen uit zullen voortvloeien.

  • Wijziging en/of aanvulling: Uit recentere berekeningen blijkt dat niet € 500.000 maar  € 327.000 als voordeel van de overdracht van wegen HHNK geraamd kan worden. Dit is ook toegelicht in het raadsvoorstel wegenoverdracht HHNK dat op 20 juni in de raad zal worden behandeld. Ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel leidt dit tot per saldo tot een verlaging van het saldo begroting van € 173.000 (€ 500.000 – € 327.000).  De financiële gevolgen van dit voorstel worden verwerkt in de begroting 2025.

Voorstel 27 Aanpassing tarief leges parkeervergunningen/parkeerontheffing (16)
Op dit moment zijn er binnen de gemeente blauwe zones. Inwoners kunnen hiervoor een parkeerontheffing (vergunning) aanvragen. In 2024 kost deze € 22,85. Voorgesteld wordt dit in stappen te verhogen naar € 100 in 2028. Wanneer betaald parkeren wordt ingevoerd is er geen sprake meer van een vergunning, maar van een ontheffing. Prijsontwikkeling kan gelijk worden gehouden met een vergunning tot 2028. Per saldo leidt dit voorstel voor de jaren 2025 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 29.000 € 77.000, € 136.000, en € 155.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 27aHoger tarief parkeervergunningen/parkeerontheffing voor 2e auto (Nieuw voorstel college)
In voorstel 27 wordt voorgesteld om het tarief parkeervergunning/parkeerontheffing voor een 1e auto in stappen te verhogen naar € 100.  In dit voorstel 27a stelt het college voor om het tarief parkeervergunning/parkeerontheffing voor een 2e auto in 4 stappen te verhogen naar € 180.
Dit tarief is gebaseerd op de tarieven die de gemeente Waterland wil hanteren in de parkeerschijfzone. Per saldo leidt dit voorstel voor de jaren 2025 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 6.000 € 12.000, € 18.000 en € 24.000.

Voorstel 28 Beëindigen project en aframen krediet P+R Oosthuizen (19)
Eerdere onderzoeken naar de bezetting voor P&R Singelweg in Edam hebben aangetoond dat er geen subsidies worden verstrekt door de Vervoersregio. In Oosthuizen zal dit niet anders zijn. In de huidige situatie zijn er in de wijk geen problemen met de parkeerdruk. Noodzaak voor de aanleg van een P&R terrein ontbreekt daarmee. Er is in de begroting een voorbereidingskrediet beschikbaar € 100.000, waar nog niet op wordt afgeschreven (er zijn nog geen kapitaallasten opgevoerd in de begroting). Wanneer het project wordt voortgezet, zal de raad gevraagd worden een uitvoeringskrediet beschikbaar te stellen (enkele tonnen meer) en zullen extra kapitaalslasten in de begroting moeten worden opgenomen. Deze kapitaallasten zullen een extra beroep doen op de reserve toekomstige kapitaallasten. Bij beëindiging van dit project zullen er geen extra kapitaallasten ten laste van de begroting worden opgenomen. De reeds gemaakte kosten bedragen tot op heden van € 31.000. Deze kosten zullen ten laste van de reserve toekomstige kapitaallasten worden gebracht. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om dit bezuinigingsvoorstel niet over te nemen en het project niet te beëindigen. Omdat het uitvoeringskrediet nog niet beschikbaar is gesteld heeft het laten staan van dit voorstel  nu geen gevolgen voor het saldo begroting.  Als het project wordt voortgezet zal de raad gevraagd worden een uitvoeringskrediet beschikbaar te stellen.   

Voorstel 29 Invoeren betaald parkeren (23)
In de gemeente is parkeren vrijwel overal gratis. Ingeschat wordt dat het invoeren van betaald parkeren € 500.000 zal opleveren. Daarnaast is de verwachting dat er € 100.000 aan parkeerboetes geïnd zal worden. Wel is het noodzakelijk kosten te maken voor het beheren van de betaalzuilen, deze kosten worden ingeschat op € 100.000 per jaar. Voor handhaving is de wens gebruik te maken van een camera auto na invoering van betaald parkeren. Deze kan gedeeld worden met gemeente Waterland, geschatte kosten € 100.000 per jaar. Door het inzetten van een camera auto zijn er 3 FTEBOA minder nodig, besparing ca. € 240.000 per jaar. In het geval van boetes komen de inkomsten bij de gemeente in tegenstelling van de blauwe zones, waarbij de inkomsten naar het Rijk gaan. Per saldo leidt dit voorstel voor 2026 en verder tot een verhoging van het saldo begroting van € 640.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 30 Invoeren forensenbelasting (voorstel Fractie).
Mensen die langere tijd in onze gemeente verblijven - zonder hier hun hoofdverblijf te hebben - maken gebruik van onze voorzieningen. Het is normaal dat ze daar dan ook voor betalen.

Toelichting ambtelijke organisatie
Hieronder alvast wat algemene informatie over Forensenbelasting.                                                                                                                                                                                                                                                              
De gemeente kan forensenbelasting heffen van (natuurlijke) personen die meer dan 90 dagen in de gemeente verblijven zonder daar hun hoofdverblijf te hebben. De aanslag wordt opgelegd aan degene die de gemeubileerde woning tot zijn beschikking heeft. De gemeubileerde woning moet aan een aantal eisen voldoen. Zo moet de gemeubileerde woning een toilet, en de beschikking over een keuken en een wasgelegenheid hebben. De forensenbelasting dient ertoe om mensen die relatief veel in een gemeente verblijven, maar geen ingezetene zijn van deze gemeente, mee te laten betalen aan voorzieningen in die gemeente. De opbrengsten van de forensenbelasting zijn doorgaans relatief laag in verhouding tot de andere belastingen die de gemeente heft. Een uitzondering geldt voor de gemeenten met veel ‘tweede’ woningen van personen die niet zelf in de gemeente woonachtig zijn. Dit moet voor onze gemeente worden onderzocht. Verder moet dan nog worden onderzocht in hoeverre die personen daar meer dan 90 dagen verblijven. De vraag is of de baten van deze heffing opwegen tegen de kosten die aan de registratie en het (doorlopend) onderzoek naar het verblijf zijn verbonden.

  1. Heffing is alleen mogelijk van ‘natuurlijke personen’. Van ‘niet-natuurlijke personen’ (ondernemingen, bv. Landal, Roompot) kan dus niet worden geheven.
  2. Het gaat om woningen, stacaravans en chalets van eigenaren die niet in onze gemeente hoofdverblijf hebben.
  3. De woningen e.d. moeten meer dan 90 dagen van het jaar voor de eigenaar (zich) of zijn gezin beschikbaar gehouden zijn.
  4. Voor woningen e.d. op parken en campings die geen eigendom zijn van de exploitant (en dus in particulier eigendom zijn van een natuurlijk persoon) moeten afspraken worden gemaakt voor de registratie van de verhuur met de exploitant.
  5. Voor woningen niet op parken en campings moet de beschikbaarheid blijken uit het ontbreken van inschrijvingen op dat adres én de aanwezigheid van meubilair.
  6. Bekeken moet worden hoe de heffing van forensenbelasting zich verstaat met de heffing van toeristenbelasting. Zo zijn er gemeenten die een vrijstelling van forensenbelasting toepassen indien ook toeristenbelasting is verschuldigd. Het omgekeerde komt echter vaker voor.
  7. De werkbelasting voor de heffing van de forensenbelasting is (afgezien van de eerste opzet en invoering) naar onze eerste inschatting niet groter dan de toeristenbelasting.
  8. Een verder onderzoek, mogelijk ondersteund door een gespecialiseerd bureau,  zal noodzakelijk zijn om meer informatie over mogelijkheden en onmogelijkheden en verwachte opbrengsten in beeld te krijgen. Ter indicatie. Als er 50 woningen aangeslagen kunnen worden voor een bedrag van  € 400 dan levert dit een structurele extra inkomst op van € 20.000.
  • Wijziging en/of aanvulling:  Het college stelt voor om dit voorstel op te nemen. Een verder onderzoek, mogelijk ondersteund door een gespecialiseerd bureau,  zal noodzakelijk zijn om meer informatie over mogelijkheden, onmogelijkheden,  verwachte opbrengsten en jaar van invoering in beeld te krijgen. Voorzichtigheidshalve wordt uitgegaan van invoering in 2026.

Voorstel 31 Waterdam (prestatie afspraak) (40)
Op dit moment hebben we nog de afspraak met Sportfondsen dat we het exploitatietekort dichten. We willen de komende periode de stap zetten naar prestatieafspraken waardoor sportfondsen ook ondernemersrisico kan gaan lopen en verantwoordelijk wordt voor een eventueel negatief resultaat. Dit leidt met ingang van 2026 tot een structurele verhoging van het saldo begroting met € 100.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 32 Beheer kunstcollectie (31)
Afgelopen maanden heeft een inventarisatie en categorisering plaats gevonden van kunstobjecten die onze gemeente in bezit heeft. Aan de hand hiervan is een deel van de collectie aangemerkt als zogenaamde kerncollectie. Het overige kan worden teruggegeven, vernietigd of geveild. Vervolgens moet de kerncollectie in een ruimte worden opgeborgen of tentoongesteld waarin het object wordt geconserveerd voor de toekomst. Het beheer brengt kosten met zich mee. Maar er is tegelijk ook een optie om het beheer niet professioneler te onderhouden. De geraamde kosten die met het beheer samen hangen betreffen € 25.000 structureel. In het geprognosticeerde begrotingstekort voor de jaren 2025 en verder is rekening gehouden met deze extra kosten.  Als ervoor gekozen wordt om deze extra kosten niet op te nemen in de begroting 2025 en verder dan leidt dit met ingang van 2025 tot een verhoging van het saldo begroting van structureel € 25.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om dit bezuinigingsvoorstel niet over te nemen.  De besparing van € 25.000 is in het nieuwe overzicht op 0 gezet.

Voorstel 33 Aanpassing tarief Watertoeristenbelasting (ongedaan maken) (45)
Voorstel geen verhoging tarieven watertoeristenbelasting in 2025 en verder.

Bij het invoeren van de watertoeristenbelasting in 2019 is door het college voorgesteld het tarief van de watertoeristenbelasting gelijk te stellen aan het tarief voor overnachtingen op een kampeerterrein (het zogenaamde lage tarief) zijnde € 1,27 in 2019. In afwijking van het college voorstel heeft de raad destijds besloten het tarief voor de watertoeristenbelasting gelijk te stellen aan het tarief voor overnachten in een accommodatie anders dan een kampeerterrein (het zogenaamde hoge tarief) zijnde € 1,71 in 2024).

Bij het besluit van de raad lagen de tarieven 2019 vrij dicht bij elkaar (€ 1,71 versus € 1,27). In 2024 is het tarief voor de watertoeristenbelasting € 3,40 en het tarief voor overnachten op een kampeerterrein € 1,45. De verschillen zijn nu dus een stuk groter.    

Het tarief van de watertoeristenbelasting is dus gekoppeld aan het tarief voor overnachten in een accommodatie anders dan een kampeerterrein. In onze gemeente is dit tarief in 2024 gestegen met 13% van € 3.01 naar € 3,40. Het tarief in Edam-Volendam komt in 2025 na verhoging met 13% op € 3,85.

In de afgelopen jaren zijn er meerdere kritische vragen en signalen binnengekomen over de hoogte van dit tarief en de extra jaarlijkse stijging van dit tarief in de afgelopen jaren.

In omliggende Markermeer/IJsselmeer gemeenten zijn de tarieven voor de watertoeristenbelasting 2024:

Edam-Volendam

€ 3,40

Enkhuizen

€ 2,70

Waterland

€ 2,15

Gooise Meren

€ 2,00

Medemblik

€ 1,97

Hoorn

€ 1,90

Het tarief van de watertoeristenbelasting is dus gekoppeld aan het tarief voor overnachten in een accommodatie anders dan een kampeerterrein. In onze gemeente is dit tarief in 2024 gestegen met 13% van € 3.01 naar € 3,40. Het tarief in Edam-Volendam komt in 2025 na verhoging met 13% op € 3,85.

Uit bovenstaande gegevens is op te maken dat het tarief voor watertoeristenbelasting in Edam-Volendam hoger is dan omliggende Markermeer/IJsselmeer gemeenten. Een verhoging van dit tarief met 13% naar € 3,85 maakt het verschil nog groter. Om het verschil met de tarieven van omliggende gemeenten te verkleinen/niet te laten toenemen kan ervoor worden gekozen om het tarief voor de watertoeristenbelasting in 2025 en verder niet te laten stijgen. Het tarief blijft dan voor de jaren 2025 tot en met 2028 € 3,40. Dit leidt tot een lagere inkomst en verlaging van het saldo begroting in de jaren 2025 tot en met 2028 van respectievelijk  € 20.000, € 25.000, € 35.000 en € 35.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 33a Verlaging watertoeristenbelasting niet laten doorgaan (voorstel Fractie).
Het schrappen van de verlaging van de watertoeristenbelasting zoals voorgesteld in de ombuigingennota.

Toelichting ambtelijke organisatie
Dit voorstel leidt tot een verhoging van het saldo begroting 2025 tot en met 2028 van respectievelijk € 20.000, € 25.000, € 35.000 en € 35.000. Verder geen opmerkingen..

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om dit voorstel niet over te nemen. Overname van dit voorstel leidt ertoe dat het tarief van de watertoeristenbelasting nog meer zal gaan afwijken van omliggende gemeenten. Dit is niet gewenst. Zie ook de tabel in de tekst van voorstel 33. Het niet overnemen van dit voorstel leidt tot een verlaging van het saldo begroting 2025 tot en met 2028 van respectievelijk € 20.000, € 25.000, € 35.000 en € 35.000. De bedragen zijn in de tabel op 0 gezet.

Voorstel 34 Verplaatsen activiteiten CJG naar Singel (39)
Het Centrum voor Jeugd en Gezin is momenteel gehuisvest in De Griend. Dit pand is geen eigendom van de gemeente en wordt gehuurd. Dit kost de gemeente ongeveer € 160.000 per jaar. Wij stellen voor om de activiteiten CJG in 2025 te verplaatsen naar de Singel in Edam. De Singel dient hiervoor wel grondig te worden verbouwd. De kosten hiervoor worden geraamd op € 1,5 mln. Indien de investering wordt afgeschreven in 25 jaar leidt dit tot een structurele afschrijvingslast van € 60.000. Verder is het de verwachting dat de overige lasten, zoals bijvoorbeeld voor nutsvoorzieningen, bij permanente bezetting met ongeveer € 40.000 zullen toenemen. De restant boekwaarde van het actief Inrichtingskosten De Griend bedraagt per 1-1-2025 nog € 121.000. Dit voorstel leidt in 2025 tot een verlaging van het saldo begroting van € 72.000 door de eenmalige afschrijving van het actief Inrichtingskosten De Griend. Maar voor de jaren 2026 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 63.000, € 68.000 en € 68.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 35 Aanpassing tarief OZB (42)
Het COELO is het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden.  Zij publiceert ieder jaar de Atlas van de lokale lasten. De atlas geeft een overzicht van de hoogte en ontwikkeling van belastingen en heffingen van alle gemeenten. In de atlas zijn interactieve kaarten opgenomen. Op deze kaarten is te zien is welke bedragen worden betaald voor belastingen en heffingen. Een vergelijking van de ozb-tarieven van verschillende gemeenten zegt op zichzelf betrekkelijk weinig. Immers, een laag tarief kan in combinatie met een hoge grondslag best tot een hoge belastingaanslag leiden. In de atlas wordt daarom een vergelijking weergegeven vanuit het standpunt van de belastingbetaler. Deze vergelijking is gebaseerd op de gemiddelde aanslag. Dit is de hoogte van de OZB aanslag bij een voor die gemeente geldende gemiddelde woningwaarde. Uit het overzicht blijkt dat alleen de gemeente Amsterdam een lagere gemiddelde OZB aanslag heeft. Dit wil niet zeggen dat voorzieningen in Amsterdam niet op orde zijn. Amsterdam beschikt over andere grote inkomstenbronnen zoals de toeristenbelasting en de parkeerbelasting. In Amsterdam levert de parkeerbelasting meestal meer op dan de OZB op woningen. De OZB aanslag in Amsterdam is naar alle waarschijnlijkheid zo laag omdat onder andere de opbrengst betaald parkeren ruim €300 per inwoner is. Vergeleken met het gemiddelde van Nederland is de gemiddelde aanslag OZB van onze gemeente  € 92 lager. Vergeleken met het gemiddelde van de omliggende gemeenten is de gemiddelde aanslag OZB van onze gemeente € 113 lager. Wat ook opvalt  is dat het stijgingspercentage en de nominale stijging over de jaren 2019 tot en met 2023 in onze gemeente veel lager is dan het landelijk gemiddelde en de omliggende gemeenten. Het stijgingspercentage over de jaren 2019-2023 is in onze gemeente 19%. In Nederland is dit 43% en in onze omliggende gemeenten is dit percentage gemiddeld 65%. Uit bovenstaande kan de conclusie getrokken worden dat onze gemeente voor wat betreft de inkomsten OZB achter is gebleven op het landelijk gemiddelde en het gemiddelde in onze omliggende gemeenten. In de begroting 2024 is voor de jaren 2025 en verder gekozen om tarief OZB jaarlijks met 5% te verhogen. Er kan voor gekozen worden om dit tarief in 2025 en 2026 met 10%, in plaats van 5% te verhogen. En vervolgens in 2027 en verder het tarief met 2%, in plaats van 5% te verhogen. Na 2 jaar verhoging met 10% is het tarief van onze gemeente nog steeds lager dan het gemiddelde tarief van Nederland en omliggende gemeenten. Dit voorstel leidt voor de jaren 2025 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk  € 350.000, € 760.000, €540.000 en € 720.000. Voor meer informatie over de OZB-tarieven wordt verwezen naar de vast te stellen uitgangspunten voor de begroting 2025.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 36 Verhoging Precarioheffing terrassen (voorstel Fractie).
Berekenen wat verhoging precariobelasting terrassen met 30% op kan leveren.

Toelichting ambtelijke organisatie
De geraamde opbrengst precariobelasting 2024 voor terrassen bedraagt € 20.500. Verhoging van het tarief met 30% levert op basis van de huidige belastbare m2 terras € 6.150 op. De partij die dit voorstel heeft ingediend had nog geen bedrag in de tabel ingevuld. Dit voorstel leidt met ingang van 2025 tot een verhoging van het saldo begroting van structureel € 6.000. Deze bedragen zijn nu ook opgenomen in de tabel.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel37 Opvoering investering Val van Urk: verbouwing raadszaal (47)
Verplaatsing raadszaal van PX naar Val van Urk 7. Wij stellen voor om hier een investeringsbudget van € 1,6 mln. voor beschikbaar te stellen. Afschrijving gedurende een periode van 25 jaar zorgt voor een jaarlijkse afschrijvingslast van € 64.000. Dit voorstel leidt tot structurele daling van het saldo begroting vanaf 2027 en verder.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om de voorstellen Opvoering investering Val van Urk 7 verbouwing raadszaal (37),  Verplaatsen raadszaal van PX naar Val van Urk (37a), Opvoering investering Stadskantoor  nieuwbouw stadskantoor (37b) en een nieuw voorstel Sluiting pand de Deimpt (37c) te clusteren.

Voorstel 37a Verplaatsen raadszaal van PX naar Val van Urk (7)
Het voornemen bestaat om de raadszaal te verplaatsen naar de Val van Urk 7. De investering van € 1,6 mln. voor de verbouwing van de Val van Urk 7 staat onder de investeringen opgenomen. Naast de investering heeft dit besluit ook gevolgen voor andere exploitatiebudgetten. Zo kan het budget voor het huren van de PX worden afgevoerd en dienen voor de Val van Urk nutsvoorzieningen geraamd worden. Vooralsnog wordt deze bijstelling budgetneutraal geraamd en leidt dus niet tot een bijstelling van het saldo begroting.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om de voorstellen Opvoering investering Val van Urk 7 verbouwing raadszaal (37),  Verplaatsen raadszaal van PX naar Val van Urk (37a), Opvoering investering Stadskantoor  nieuwbouw stadskantoor (37b) en een nieuw voorstel Sluiting pand de Deimpt (37c) te clusteren.

Voorstel 37b Opvoering investering Stadskantoor: nieuwbouw stadskantoor (3)
De organisatie is verspreid over meerdere (zwaar) verouderde panden. Dit is duur en maakt ons geen aantrekkelijke werkgever op deze krappe arbeidsmarkt. De huidige panden vereisen flinke investeringen om ze nog 15-20 jaar bruikbaar en duurzaam te houden. Het is waarschijnlijk verstandiger, duurzamer en goedkoper om nieuwbouw neer te zetten. Deze nieuwbouw is dan geschikt voor de komende 40 jaar. Daarbij kunnen dan de oude locaties verkocht/(her)ontwikkeld worden. Met de raad samen loopt sinds eind 2023 een proces om te bepalen of we nieuwbouw willen toepassen en zo ja, op welke locatie. Afschrijving in 60 jaar is wellicht een mogelijkheid. Voorstellen daarover worden na de zomervakantie aan de raad voorgelegd. Als grove inschatting wordt uitgegaan van een investering van € 35 mln. voor een nieuw gebouw, waarbij de investeringen globaal gedaan worden in de periode  2028 – 2032. Dit is mede afhankelijk van de locatiekeuze, sommige locaties zijn sneller te ontwikkelen dan andere. Hier staat tegenover een lagere exploitatielast en na 2032 opbrengst uit verkoop van de huidige locaties. De investering die nodig is om in de huidige panden te blijven, als er geen nieuwbouw komt, wordt momenteel berekend. Rond de zomer levert het bureau dat ons begeleidt de definitieve berekeningen met betrekking tot de verschillende opties/locaties voor nieuwbouw en voor de keuze om in de huidige panden te blijven

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om de voorstellen Opvoering investering Val van Urk 7 verbouwing raadszaal (37),  Verplaatsen raadszaal van PX naar Val van Urk (37a), Opvoering investering Stadskantoor  nieuwbouw stadskantoor (37b) en een nieuw voorstel Sluiting pand de Deimpt (37c) te clusteren.

Voorstel 37c Sluiting pand de Deimpt (nieuw voorstel college)
Het pand De Deimpt 7 wordt nu door ambtenaren en raadsleden gebruikt als vergadercentrum. Het is de bedoeling om De Deimpt 7 te sluiten wanneer de renovatie van de Val van Urk 7 is afgerond. Alle activiteiten kunnen dan verplaatst worden naar de Val van Urk. Het sluiten van De Deimpt 7 zorgt met ingang van 2027 voor een structurele lastenvermindering van ongeveer € 58.000 per jaar. Met name de energielasten kunnen drastisch worden verlaagd. De onderhoudsbudgetten zijn reeds afgevoerd in de Voorjaarsnota 2024.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om de voorstellen Opvoering investering Val van Urk 7 verbouwing raadszaal (37),  Verplaatsen raadszaal van PX naar Val van Urk (37a), Opvoering investering Stadskantoor  nieuwbouw stadskantoor (37b) en een nieuw voorstel Sluiting pand de Deimpt (37c) te clusteren.

Voorstel 38 Kosten toeristisch coördinator (zie ook voorstel Kosten extra inspanning toerisme) (14)
In de raadsvergadering van 24 november 2022 is een motie vastgesteld waarin is voorgesteld een toeristisch coördinator aan te stellen in de gemeente. De lasten van deze coördinator zijn nog niet structureel in de begroting opgenomen. Voorgesteld wordt de kosten voor deze functionaris met ingang van 2025 te ramen in de begroting. Omdat hiervoor geen andere dekkingsmogelijkheden beschikbaar zijn leidt deze extra uitgave met ingang van 2025 structureel tot een verlaging van het saldo begroting van € 100.000. In het geprognosticeerde begrotingstekort voor de jaren 2025 en verder is rekening gehouden met deze extra kosten.  Als ervoor gekozen wordt om deze extra kosten niet op te nemen in de begroting 2025 en verder dan leidt dit met ingang van 2025 tot een verhoging van het saldo begroting van structureel € 100.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om deze besparing pas in te laten gaan met ingang van het jaar 2027. De besparingen in 2025 en 2026 van respectievelijk € 101.000 en € 104.000 zijn in de tabel daarom op 0 gezet.  

Voorstel 39 Revitaliseren singelwijk (38)
Het programma revitalisering Singelwijk is geen wettelijke verplichting. Daarom is het mogelijk om per 2026 de uitvoering (beleid) ervan aan te passen. In 2025 vindt een evaluatie plaats. Op dat moment zal worden besloten hoe het project doorgang vindt. Vooralsnog brengen we direct een bezuiniging in. De bezuiniging kan in de praktijk hoger of lager afvallen. Dit leidt in 2026 tot een verhoging van het saldo begroting met € 141.000 en met ingang van 2027 tot een structurele verhoging van het saldo begroting met € 147.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om de besparing in 2026 van € 141.000 te wijzigen in € 70.000. De bedragen in de tabel zijn hierop aangepast.

Voorstel 40 Beëindigen project en aframen krediet meekoppelkansen steiger Etersheim (11)
Het projecten Meekoppelkans steiger Etersheim is geen noodzaak. De steiger Etersheim is al langere tijd onderwerp van gesprek. De stijger kost flink wat meer geld (enkele tonnen) dan nu begroot terwijl er geen rendement voor ons als gemeente op zit. In de begroting is momenteel per saldo (kosten minus bijdragen derden) krediet beschikbaar van € 357.300 beschikbaar, welke vanaf 2026 in 20 jaar wordt afgeschreven. Deze kapitaallasten worden gedekt uit de reserve toekomstige kapitaallasten. Bij beëindiging van dit project komen de kapitaallasten € 17.900 van 2026 tot en met 2045 te vervallen, in plaats van dat zij hoger zullen worden omdat het krediet anders moeten worden verhoogd en stopt de inzet van ambtelijke capaciteit. De gemaakte kosten bedragen tot op heden € 46.000. Wanneer het project wordt beëindigd, kunnen deze kosten ten laste van de reserve toekomstige kapitaallasten worden gebracht. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 41 Bouwspeelplaats (32)
de exploitatie van de bouwspeelplaats is middels een inkoopopdracht in de markt gezet. Dit heeft een opzegtermijn van een jaar, wat betekent dat we per 2026 kunnen stoppen met deze exploitatie. Wel dient daarbij rekening gehouden te worden met het reeds geïnvesteerde bedrag in de ontwikkeling van de bouwspeelplaats en dat hier verder geen uitvoering meer aan zal worden gegeven. Dit leidt in 2026 tot een verhoging van het saldo begroting van € 104.000 en met ingang van 2027 tot een structurele verhoging van het saldo begroting van € 109.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om de besparing in 2026 van € 104.000 en vanaf 2027 van € 109.000 te wijzigen in € 75.000. De bedragen in de tabel zijn hierop aangepast.

Voorstel 42 Kosten extra inspanning Toerisme (zie ook voorstel toeristisch coördinator) (13)
Taken op het gebied van economie en toerisme zijn geen wettelijke verplichting, maar optioneel. De raad heeft echter uitgesproken dat de gemeente meer het voortouw moet nemen in de ondersteuning van de ambities van het TOP op het gebied van het toerisme. Daarmee is geen rekening gehouden in de meerjarenbegroting. Om het ambitieniveau op het gebied van toerisme in een stijgende lijn voort te zetten is naast personele inzet ook een extra werkbudget van € 50.000 nodig. Dit is nodig om samen met het TOP op te trekken en ieder vanuit zijn eigen rol projecten en activiteiten op te pakken en uit te voeren.  Dit leidt met ingang van 2025 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 50.000. In het geprognosticeerde begrotingstekort voor de jaren 2025 en verder is rekening gehouden met deze extra kosten.  Als ervoor gekozen wordt om deze extra kosten niet op te nemen in de begroting 2025 en verder dan leidt dit met ingang van 2025 tot een verhoging van het saldo begroting van structureel € 50.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Het college stelt voor om deze besparing pas in te laten gaan met ingang van het jaar 2027. De besparingen in 2025 en 2026 van € 50.000 zijn in de tabel daarom op 0 gezet.  

Voorstel 43 JOGG regisseur (33)
Als gemeente zetten we middels de inzet van de JOGG-regisseur in op het inrichten van een gezonde omgeving en stimuleren we onze inwoners in het maken van gezonde keuzes. Een deel van de inzet kunnen we behouden vanuit een doeluitkering maar voor het andere deel is het mogelijk budget af te ramen. Dit leidt met ingang van 2026 tot een structurele verhoging van het saldo begroting van € 43.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 44 Verstrekken subsidies (8)
Subsidie verstrekking is één van de instrumenten om beleidsdoelen te bereiken. Een optie is om de omvang van de subsidies te beperken. Subsidie verstrekken is een publiekrechtelijke taak van de gemeente en dit betekent dat een aantal zaken in de wetgeving zijn bepaald. Subsidies kunnen niet ineens stopgezet worden. Besparingen op subsidies zullen daarom pas over enkele jaren merkbaar zijn als deze gestopt worden. Uiteindelijk kan het ook een besparing op het verstrekken van subsidies opleveren in personele zin. In de afgelopen jaren zijn meerdere subsidies omgezet naar inkoopcontracten omdat deze betreffende activiteiten onlosmakelijk aan een beleidsdoel hangen. Omzetting van subsidies naar inkooprelaties levert in het algemeen geen besparing op maar leidt tot een kostenverhoging.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 45 Kunst & cultuur (cultuurcoördinator) (34)
De Cultuurcoördinator houdt zich bezig met de uitvoering van het beleid omtrent kunst en cultuur. Dit is geen wettelijke verplichting en een eigen keuze van een gemeente om op in te zetten. Het is dan ook mogelijk dit richting 2026 af te bouwen. Dit leidt in 2026 tot een verhoging van het saldo begroting met € 81.000 en met ingang van 2027 tot een structurele verhoging van het saldo begroting met € 83.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Voorstel 46 Kunst & cultuur (uitvoeringsbudget) (35)
Zonder de inzet van de cultuurcoördinator is het niet noodzakelijk om een uitvoeringsbudget te behouden voor Kunst & Cultuur. Dit leidt in 2026 tot een verhoging van het saldo begroting met € 110.000 en met ingang van 2027 tot een structurele verhoging van het saldo begroting met € 115.000.

  • Wijziging en/of aanvulling: Geen

Toelichting Kadernota - Bijlage 5 - Ombuigingen WMO/Jeugd

Inzet reserve Sociaal Domein en Opvang Oekraine

In bijlage 5 van de Kadernota wordt in het streven naar een sluitende exploitatie in de meerjarenbegroting 2025-2028 voorgesteld:
- Aan de reserve Sociaal Domein in 2025 € 800.000 en in 2026 € 200.000 te onttrekken;
- Aan de Reserve opvang Oekraïne in de jaren 2025 tot en met 2028 respectievelijk € € 800.00, € 700.000, € 700.000 en € 100.000 te onttrekken.  

Dit leidt per saldo in 2025 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 1.600.000, € 900.000, € 700.000 en € 100.000.

Stelpost Bijlage 5: Besparing Duurzaamheid

In bijlage 5 van de Kadernota is een besparing opgenomen op het onderdeel Duurzaamheid. In afwachting van de budgettair-administratieve uitwerking hiervan wordt deze besparing op voorhand nog als stelpost in de begroting 2025 en verder opgenomen.

Stelpost verlaging raming Wmo Woningaanpassingen

In bijlage 5 van de Kadernota is een verlaging van het budget voor Wmo Woningaanpassingen (Beleidsregels aanpassen) opgevoerd voor 2025 tot en met 2028 van respectievelijk € 150.000, € 200.000, € 250.000 en € € 300.000. Hiervoor zullen de beleidsregels worden aangepast. Dit leidt in 2025 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 150.000, € 200.000, € 250.000 en € 300.000.

Stelpost vrijval kapitaallasten investeringen

In bijlage 5 van de Kadernota is een stelpost vrijval kapitaalasten investeringen voor de jaren 2025 tot en met 2028 opgenomen van respectievelijk € 500.000, € 1.000.000, € 1.000.000 en € 1.200.000.  Voor de begroting 2025 en verder staat een investeringsportefeuille open van ongeveer € 70 miljoen. De investeringen betreffen zowel nieuwe investeringen als ook vervangingsinvesteringen. Op basis van het huidige activabeleid worden de kapitaallasten in de begroting opgenomen conform de geraamde opleverdata. Diverse ontwikkelingen leiden tot verschuivingen in de opleverdata. Het verschuiven van opleverdata leidt voor de eerstvolgende jaren tot  een  'vrijval’ van kapitaalslasten. Voor de jaren 2025 tot en met 2028 leidt dit voorstel tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 500.000, € 1.000.000, € 1.000.000 en € 1.200.000.

Stelpost: Extra bijdrage rijk voor Wmo en Jeugdzorg

In bijlage 5 van de Kadernota is een extra bijdrage van het Rijk opgevoerd in 2025 tot en met 2028 voor Wmo en Jeugdzorg van respectievelijk € 600.000, € 800.000, € 1.000.000 en € 1.200.000. In afwachting van de budgettair-administratieve uitwerking hiervan in toekomstige rijkscirculaires wordt deze extra bijdrage op voorhand nog als stelpost in de begroting 2025 en verder opgenomen.
Dit leidt in 2025 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 600.000, € 800.000, € 1.000.000 en € 1.200.000.

Stelposten reorganisatie Openbare Werken en Verlagen kredieten OW

Openbare werken heeft twee stelposten die zijn voorgelegd in de kadernota (Bijlage 5). Deze stelposten zijn deels ingevuld door mutaties in het MIP. Zo is het beheer van tractiemiddelen scherper opgetuigd en zijn investeringen afgeschaald. Met deze mutatie worden in eerste instantie de stelposten opgevoerd en vervolgens de gevolgen van de bezuinigingen hiertegenover gesteld. Dit voorstel leidt tot een verhoging van het saldo begroting in 2025 van € 300.000 en in de jaren 2026, 2027 en 2028 van jaarlijks € 460.000.

Toelichtingen mutaties Meerjarig Investeringsplan

De toelichtingen op de mutaties in het MIP zijn opgenomen in een afzonderlijke bijlage

Deze pagina is gebouwd op 10/21/2024 11:24:24 met de export van 10/21/2024 11:13:06