Algemeen
Een groot deel van het geïnvesteerd vermogen van de gemeente staat op, of ligt in de grond van het openbaar gebied. Een eigentijds zorgvuldig beheer hiervan is dan ook van wezenlijk belang. Een tweede (wellicht nog belangrijker) aspect is dat de kwaliteit van het openbaar gebied door de inwoners vaak het meest intensief wordt beleefd. Daarom is het van belang dat in de diverse beleids- c.q. onderhoudsplannen een kader wordt opgenomen voor het gewenste kwaliteitsniveau. De raad geeft de kaders aan voor het opstellen van de onderhoudsplannen en stelt het gewenste onderhoudsniveau vast. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten op de algemeen aanvaarde normen.
In 2023 zijn de meeste onderhoudsplannen geactualiseerd (zie overzicht hieronder). De plannen hebben een looptijd van vier boekjaren, 2024 tot en met 2027. De jaarlijkse onderhoudslasten zullen ook na deze periode worden doorgeraamd op basis van de onderliggende plannen. Per 1 januari 2028 zullen er weer nieuwe plannen opgesteld worden.
Sinds 2024 wordt voor de dekking van de kosten van groot onderhoud gewerkt met onderhoudsvoorzieningen. Daarvoor ging dit middels onderhoudsreserves, maar dat is volgens de BBV niet meer toegestaan.
De achterliggende gedachte is dat reserves ter beschikking staan aan de raad en de impliciete verplichting voor het onderhouden van de kapitaalgoederen hiermee onvoldoende verzekerd is in de begroting. Voorzieningen hebben het karakter van vreemd vermogen, waardoor het geld gereserveerd blijft voor het onderhoud.
Een groot deel van het onderhoud is door de omzetting naar voorzieningen niet meer direct zichtbaar in onze begroting. De kosten worden voortaan rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. Het belang van een goede toelichting en verantwoording over de voortgang van het onderhoudsplan in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen wordt hiermee eigenlijk alleen maar groter.
Het blijft van belang dat periodiek wordt gekeken naar de noodzaak en de timing van de geplande uitgaven in alle onderhoudsplannen. De onderhoudsplannen worden daarom minimaal twee keer per jaar bijgesteld, bij het opstellen van de begroting en bij het opstellen van de jaarrekening. Op basis van de bijstelling wordt verantwoording afgelegd aan de raad over de voorgang van het onderhoudsplan. Hierbij wordt ook het effect op het beoogde kwaliteitsniveau meegenomen.
De afschrijvingslasten van afgesloten investeringen uit het verleden blijven nog steeds gedekt uit een kapitaallastenreserve, zodat deze lasten niet meer op de exploitatie drukken. Deze kapitaallastenreserve heeft een boekwaarde die gelijk is aan de boekwaarde van de resterende afgesloten investeringen uit het verleden en zal uiteindelijk gelijktijdig met het verdwijnen van die oude boekwaarden zijn uitgeput. Voor nieuwe vervangingen is geen dekking aanwezig. Voor de lasten hiervan moet derhalve ruimte in de begroting worden gemaakt.
Hieronder is een overzicht opgenomen van de actuele onderhoudsplannen waarover onze gemeente beschikt, waarbij eveneens (mits aanwezig) is aangegeven wat het gewenste onderhoudsniveau is. In de beleidsplannen voor beheer en onderhoud van wegen, bruggen en havens is onderscheid gemaakt in HIOR gebieden (de oude kernen van Edam en Volendam) en de overige gebieden binnen de gemeente.
Groep | Plan | Besluit | Actualisatie | Onderhoudsniveau | Voorz. |
---|---|---|---|---|---|
gewenst in | ** | ||||
Water | Baggerplan 2020-2024 | 30-1-2020 | 2024 | Legger + 20 cm extra | Ja |
Civiele kunstwerken 2024-2027 | 12-10-2023 | 2027 | B/3 | Ja | |
Groen | Groenbeleidsplan 2020-2024 | 25-6-2020 | 2024 | B (CROW) | Nee |
Speelruimtebeleid 2020-2029 | 30-1-2020 | 2029 | N.v.t. | Nee | |
Accommodaties | Gem. eigendommen 2024-2027 | 12-10-2023 | 2027 | NEN 2767-norm | Ja |
Buitensportaccommodaties 2024-2027 | 12-10-2023 | 2027 | NOC-NSF-norm | Ja | |
Wegen | Wegen 2024-2027 | 12-10-2023 | 2027 | B/C | Ja |
Verlichtingsplan | 24-11-2016 | 2022* | SER normen | Nee | |
Riolering | Rioleringsplan | 15-2-2018 | 2024 | O.b.v. schadebeelden | Ja |
Overig | Afvalbeheer | 15-12-2016 | 2022 | Normen VANG beleid | Nee |
* Tijdens de samenstelling van de begroting 2025 is nog geen besluit genomen over een nieuw verlichtingsplan. Het streven is om dit plan vóór het einde van 2024 aan de gemeenteraad voor te leggen.
** Niet voor alle beleidsplannen is sprake van een onderhoudsvoorzieningen: Bij het Groenbeleidsplan is geen sprake van groot onderhoud met een egalisatiefunctie; bij het Speelruimtebeleid is sprake van investeringen en geen groot onderhoud. Voor het onderdeel Riolering geldt dat de voorziening niet gebaseerd is op het onderhoudsplan. De voorziening Riolering is opgebouwd uit beklemde middelen vanuit heffingen ontvangen door burgers. Deze mogen uitsluitend worden ingezet voor de dekking van kosten op het onderdeel Rioleringen.